Blog 28 (23-06-2022)

 

Versluierd bestaan

Als reactie op een regelmatig gestelde vraag!

Wat is illusie van het leven eigenlijk? Is het een schijnwerkelijkheid die ons bestaan sinds onze geboorte een gezicht geeft, maar zich voordoet als ‘echt’ en ons zodanig domineert dat het bepalend is voor de rest van ons leven? Doorgaans wel. De werkelijkheid van het leven is een fictief beeld dat door onze zintuigen wordt gedefinieerd en daardoor tevens aan onze ervaringen zelf verbonden is. Omdat ieder mens een eigen beoordeling van deze zintuigelijke werkelijkheid heeft, zit er verschil in wat en hoe wij het waarnemen. Om deze verschillen los van onze eigen interpretatie te maken, hebben we een soort consensuswerkelijkheid gecreëerd, een beeld van de werkelijkheid die wij allemaal min of meer onderschrijven. Dat beslaat vooral de praktische kant omdat het de samenwerking ten goede komt. Echter ondanks de-neuzen-dezelfde-kant-op-realiteit is de mate waarin de dingen ‘echt’ ervaren worden, toch nog verschillend zodat we maar moeten aannemen of voorgestelde consensus klopt. Wij proberen dat zoveel mogelijk aan de hand van referentiekaders, afspraken die een structuur bieden voor het maatschappelijke leven. Omdat we daar niet steeds over na denken hanteren we een interpretatie van hoe de aangenomen werkelijkheid voor onszelf het beste werkt. Deze consensusrealiteit is op zich zelf wel variabel en wordt veelal door maatschappelijke tendensen bepaald. Sinds de Verlichting in de 18e eeuw wordt het voor een groot deel door de wetenschap aangedragen en voor een ander deel door andere verschijnselen zoals politiek of religie. Omdat de wetenschap de spirituele zaken buiten beschouwing laat, is inzicht over het bestaan in een schijnwerkelijkheid geen issue. Wel ontstaat er tegenwoordig steeds vaker een consensus die eigen is aan een groep die dan door de algemene beoordeling meestal een negatief stempel krijgt en daarom weer buiten het ‘afgesproken’ terrein valt. De consensus realiteit is daarom een klein gedeelte van wat het leven echt is.

Dat het leven een illusie is wordt door maar weinig mensen onderschreven. Het mag onder spiritueel ingestelde mensen misschien een logische overtuiging zijn, het uitstappen uit deze illusie is vrijwel niet mogelijk omdat we allemaal deel uitmaken van het systeem van ondergedompeld bewustzijn of een soort van overkoepelende onwetendheid. De dagelijkse gang van zaken spelen immers de hoofdrol en is niet geinteresseerd in fijnmazige noties. Het is zelfs in het zielsbewustzijn geïnfiltreerd, sterker nog, het heeft aan deze beleving meegewerkt en tot algemeen wereldbeeld verheven. Ons bewustzijn over wat het leven inhoudt, is dermate slecht ontwikkeld en soms ook ronduit afgevlakt. Het bewustzijn die door onze ziel gereguleerd wordt is op dit niveau niet in staat een werkelijk beeld te schetsen. Zo blijft een schijnwerkelijkheid in stand!

Hoe voltrekt deze illusie zich dan? Elke keer dat wij voor een keuze komen te staan, kijken wij wat de voordelen voor ons zijn. Dat is het mechanisme waaraan ons beperkt bewustzijn is overgeleverd. Dat was in het verleden zo en ook in de huidige tijd is dat niet anders. Wat onze voordelen zijn wordt door onze ouders, school en andere bepaaldheden aan ons geleerd; alle private beslissingen zijn ermee vermengd. Maar is dat dan verkeerd? Dat is eigenlijk een onjuiste conclusie. Alles wat wij doen en laten heeft te maken met leerprocessen die nodig zijn om onze evolutie te vervolmaken. Het is een omstandigheid waar de mensheid mee moet leren omgaan. In een lage staat van bewustzijn zullen veel keuzes in een materieel voordeel uitpakken. Sommige beslissingen kunnen soms niet handig zijn of niet slim en kunnen verstrekkende gevolgen hebben in het nu, maar ook in de toekomst. Dat een beslissing fout of verkeerd zou zijn klopt niet, omdat het een veroordeling inhoudt. Er bestaat geen schuld of boete. Dat zijn menselijke interpretaties die onderhevig zijn aan dezelfde illusie! We nemen vaak verkeerde beslissingen omdat we niet inzien wat de gevolgen zijn. Of soms nemen we de afloop van een verkeerde beslissing op de koop toe of zijn we getergd omdat het verkeerd afloopt. Dat is een menselijke reactie toch? Iedereen zou in die situatie hetzelfde doen zodat we kunnen stellen dat we allemaal door de consensus in dezelfde val liepen. Een beslissing nemen met een diepgaand verantwoord onderzoek is er meestal niet bij.

Even een goed voorbeeld om het simpel te houden. Het gaat over de schaalvergroting in het algemeen maar actueel als het is, de veeteelt, wat ons nu zoveel problemen opleveren, niet in de laatste plaats voor de boeren zelf. Ooit kreeg de boer van een minister aangereikt dat groterboeren een verstandige beslissing was. Hogere kosten zou door hogere inkomsten ruimschoots tenietgedaan worden. De boeren zouden er een beter en rijker leven door krijgen. De minister zorgde ervoor dat de producten van deze schaalvergroting aan de man gebracht werden. Veel maatschappelijke bedrijven en instanties hielpen mee, banken, fabrieken voor melk- en vleesproducten, de kunstmest, de veevoederindustrie, de supermarkten etc. Daarmee werd het vee geen dieren meer maar vlees- en melkproducenten en de verdienmodellen c.q. belangen groeiden evenredig met de veestapel.

Dat is de illusie die de mens creëert, wat het idee in zich heeft, dat het mogelijk moet zijn het te bereiken. Maar de (normale) werkelijkheid is dit: De samenhang van een goede beslissing is een aan alle kanten verantwoorde afweging van waarde die overstijgend zou moeten zijn aan het menselijk tekort. Maar dat is het helaas zelden. Dat betekent in dit voorbeeld een goede samenwerking met de (mede)mens, met het dierlijke bestaan, met de natuur, de zorg voor een gezonde voedselvoorziening en zo verder.

De illusie zit ’m in het feit wat de mens in alle vlakken van het leven krijgt voorgeschoteld. Dat is conform het door de ziel ondersteunde denkbeeld dat het leven op aarde een vervolmaking van gelukzaligheid zou zijn. Dat kan het nooit zijn. Er zijn vele levens nodig om het inzicht te verwerven dat we het pad van evolutie moeten volgen. Op deze ladder is de aarde en de incarnaties op dit subniveau een moment van vorming, bewustzijnsuitbreiding en groeiprocessen. Simpelweg is alle illusie terug te voeren naar het blind zoeken van aards geluk en alle drang en dwang waar het naar verwezen wordt. Hoe belangrijker aards geluk voor het individu, de groep of de mensheid is, leidt alleen maar naar meer bestendiging van die illusie. Pas als we ons realiseren dat het niet bestaat omdat het leven een bewustzijnsproces is die moet leiden naar een hogere staat, leven na leven, lijden na lijden. Als we dat begrijpen is de mensheid rijp die andere impuls naar de volgende stap op het pad te zetten.

 

Blog 27 (21-05-2022)

 

Illusie van Tijd (9e deel, laatste deel over tijd)

Het begrip van wat wij tijd noemen, speelt geen grote rol in ons leven. We nemen de voortgang van gebeurtenissen, zoals die zich aan ons voordoen, voor kennisgeving aan. Dat tijd een geconstrueerde vorm is, gelieerd aan ons dagelijks bestaan, realiseren we nauwelijks. Ondanks het feit dat het menselijk bewustzijn zich in de loop der tijd verder heeft ontwikkeld, komt bij de meesten van ons niet het idee op dat het leven een gecreëerde vorm is, die we zelf in gang hebben gezet. We ervaren alles om ons heen als echt en daar is tijd een onderdeel van is de gedachte. In een van de vorige blogs over tijd heb ik geponeerd dat tijdsprocessen een energievorm is, aangestuurd door het Hogere, om de evolutie, de ontwikkeling van de mensheid in dit universum mogelijk te maken. Goddelijke energie is overal en altijd, al herkennen wij dat niet. Het is de drijvende kracht die zorgt dat alles kan bestaan. Maar als dat zo is en het is tevens verbonden met de eigen creatie van het leven, is het dan een illusie en is tijd het dan ook?

Wat het begrip van het leven inhoudt heeft door de lage schaal van geestelijke bewustzijn, als toestand van de ziel, meestal geen inhoudelijk betekenis. We zijn weliswaar gewend geraakt aan veel verstandelijke concepten maar voordat er van een diepgaand persoonlijk onderzoek op een ander niveau sprake is, moet er meer gebeuren. Ons bestaan is op onze eigen merites afgestemd en we denken dat alles tot ons is gekomen door eigen inspanning en verdienste. In zekere zin is dat ook zo omdat wij, op het niveau van zielsbewustzijn, deze mogelijkheid van de Goddelijke Leiding gekregen en gegrepen hebben, maar toch niet in staat zijn om deze fase van ons bestaan tot een goed einde te brengen. Daarvoor is in de evolutie een nieuwe vorm van bestaan ingericht zodat het doormodderen niet eindeloos hoeft te duren. Het heeft trouwens ook zelfs alle schijn van dat er naar menselijke maatstaven geen krachtige oplossingen meer te bedenken zijn om de aanstormende chaos het hoofd te bieden. Het menselijk bestaan met al zijn materiele verlokkingen nodigt daar ook niet toe uit. De dwang tot volgen en consumeren is ons in het hoofd geslagen waardoor het levensgeluk op aarde gevonden moet worden. Deze denkprocessen kunnen nooit tot inhoudelijke oplossingen leiden. Zolang wij ons bewustzijn in onze hersen projecteren en ons denken tot de bepalende factor van ons bestaan maken, is van geestelijk notie geen sprake. Is dat een doemscenario zult u zeggen? Nee dat niet, maar ons bewustzijn is zo gericht op het fysieke bestaan, dat wij daaralles aan hebben opgehangen.

Waarom bestaat onze werkelijkheid dan niet echt? Daarvoor moeten we wederom naar de kwantummechanica. Deze tak van wetenschap is immers het verst gekomen om door middel van wiskunde, testen, filosoferen en beschouwen enigszins door te hebben dat wij onze wereld zelf creëren. Maar als we ons dat niet beseffen en denken dat het onze gecreëerde wereld de enige werkelijkheid is, hebben we niets gewonnen. De kwantummechanica die de natuureigenschappen onderzocht, kwam er als eerste achter dat er aan ons wereldbeeld iets niet klopte, nl. dat er achter de vermeende objectieve wereld een heel andere werkelijkheid schuilging. Het meest opzienbarende was dat, alweer honderd jaar geleden, wetenschappers concludeerde (het Kopenhagen principe) dat wijzelf die werkelijkheid ensceneren. Net Zoals Niels Bohr, die een van de rapportopstellers was, bedacht dat het geen verschil maakt of je de paden van lichtdeeltjes beschrijft en daarna test of dat je het andersom doet. Wij zijn niet in staat onze inmenging afzijdig te houden, m.a.w. de natuur weet niet alleen of wij van plan zijn om te gaan beoordelen, maar ook wanneer we dat van plan zijn. Dat is niet alleen opmerkelijk, het houdt tevens in dat er een intelligente interactie bestaat tussen waarnemen en het waargenomene. Nog opmerkelijker is dat men dat al duizenden jaren geleden al wist. Diegene die deze inzichten en wijsheden opschreef was Patanjali in de Yogasoetra’s. Hij gaf toen al aan dat het zichtbare vergaat wanneer het zijn doel bereikt heeft, maar het vergaat niet omdat het nog door anderen waargenomen wordt. Deze rishi zag al duidelijk dat er een interactie werkzaam is tussen wie wij zijn en de creatie van onze waarneming, die door de mensheid als geheel wordt gerealiseerd. Er bestaat dus helemaal geen absolute werkelijkheid die wij denken aan te treffen als wij op aarde verschijnen. Het is dus een interactie tussen bewustzijn, energieniveaus en materie die een schijnwerkelijkheid oplevert en die wij als ‘echt’ ervaren met onze zintuigen en creëren het met ons denkvermogen, die daar volledig aan meewerkt. Het is, en dat maakt de kwammechanica duidelijk, dat er een interactief systeem bestaat waarin bewustzijn een hoofdrol speelt in de subjectieve betekenis en gegeven van het bestaan.

Nu terug naar de tijd. Als het leven een illusie is wat is dan tijd? Hoe pathologisch wordt tijd aan ons voorgesteld? Alleen opmerken dat tijd relatief is en dus een subjectief ervaren verondersteld, daar komen we er niet mee. In de consensusrealiteit zoals we het alledaagse noemen, wordt alles wat we waarnemen in een overkoepelend systeem gebracht, maar daarom is dat nog niet de realiteit. In de natuurkunde is men gewend om in termen van de thermodynamische pijl te spreken en dan het verband te leggen met de energetische aspecten die zich voordoen als we tijd als een lineair concept zien. Maar de echtheid wordt daar niet in twijfel getrokken. Toch zijn er onevenwichtigheden op te merken, zoals de wetenschapper dat noemt. Lee Smolin, die zich met dit fenomeen bezighield onderschreef dat tijd weliswaar een integraal onderdeel van het heelal is, maar de grens waarin gebeurtenissen waargenomen of worden gemeten om een definitieve uitkomst te verkrijgen en gebeurtenissen waarvan de uitkomst niet is vastgesteld, geen exacte kennis opleveren, al wordt dat tot de beste manier gerekend om tijd te definiëren. Smolin stelde dat er een kwantumwereld en een klassieke wereld is. De grens daartussen is de plek waarin de dingen definitief worden, zoals dat er onbepaalde gebeurtenissen zijn die op een zeker moment definitief worden. Dat lijkt wel het moment van nu. Helder toch?

Wij gaan in feite van het ene nu-moment naar het andere nu-moment. We gaan niet door de tijd van verleden naar het heden en naar de toekomst. Alleen in de kloktijd, wat niet meer is dan een handig verzinsel en ook zo is omdat onze analytische linkerhersenhelft daar een collectieve oplossing voor vond. Niet meer dan een aspect, belangrijk gemaakt in het bestaan, van onze geboorte tot onze dood, voorgeprogrammeerd van generatie op generatie. Maar het is evenwel niet makkelijk voor te stellen dat het een abstractie is van de geest en een vormgeving van het verstand om dat alles hanteerbaar en logisch te maken. Is het daarmee echt? Natuurlijk het kan worden gekend en bevestigd door onze analytische kant van ons brein maar onze rechterkant van datzelfde brein, dat onze gevoelens registreert, zegt iets anders. Verleden is geen tijd; het is herinnering aan een heugelijk of pijnlijk moment. Toekomst bestaat evenmin omdat het niet gekend kan worden en creëert alleen de noodzaak om ons denkproces van het nu af te leiden en allerlei constructies te bedenken.

Alles wat bestaat voor een mens op aarde is het nu. In het nu kunnen we alles bereiken of realiseren, niet op een ander moment. Nu kunnen we alles voelen, ervaren, lessen leren of een karma doormaken. Pas als we bewust zijn van het nu kunnen we ook contact maken met onze Hogere Zelf voor de nodige begeleiding en inspiratie met betrekking tot het verdere verloop van ons leven. Steeds meer mensen ontwikkelen een ontvankelijkheid van hun rechterhersenhelft om beter intuïtieve instructies te ontvangen die van hun eigen Bron en Ziel afkomen. Het afstemmen op je verstand levert alleen maar verspilling op van nu-momenten. De ontwikkeling als bewust persoon speelt zich af in het nu-moment, niet in de toekomst. Dat geldt evenzeer voor de planeet, de voorbijgegane tijdframes met een lagere trillingsfrequentie staan niet meer in verband met het huidige moment. De evolutie gaat door, de frequentie van energetische krachten in het nu-moment stijgt met als doel om een hoger bewustzijn te creëren; het oude voldoet niet meer. Dat is proces van doorgaande tijd, waarvan als wij denken dat het in het verleden lag of in de toekomst ligt het een misvatting is. Door alle dimensies van alle universums heen bestaat geen tijd. Dat is de illusie. Alles gebeurt in het nu, tegelijkertijd. Alles wat je in dit leven doet, beïnvloedt ook al je andere levens door de samenhang van alles wat is. De Transformatie of wat ook wel de Transmutationele Verschuiving genoemd wordt, is al aan de gang. Niet als een toekomstperspectief, maar als een doorlopende evolutie in het nu.

 

Blog 26 (26-04-2022)

 

Tijd als een beperkt begrip van eenheid (tijd, deel 8)

Wanneer begon tijd? Als we de oorsprong van het universum in een tijdsmoment willen vatten, komen we niet onder de relativiteitstheorie uit. Deze koppelt ruimte en tijd immers aan elkaar waardoor een beoordelingscriterium gevormd wordt. Je kunt het belangrijk vinden of niet, maar je kunt het nu eenmaal niet zonder tijd stellen als we het universum een begrijpelijke samenhang willen geven. De oerknal of het ontstaan van het universum begon niet op een opzichzelfstaand moment en daarom is in de hedendaagse opvatting tijd gelijktijdig ontstaan. Het kostte dus tijd, maar was er een tijdstip? Als er al tijd was voor de oerknal dan moeten we de oorzaak van het ontstaan van tijd in eerste instantie beschrijven op een fysische manier, omdat het anders abstract blijft. Want wanneer begon tijd nu echt? De natuurkundige Paul Davies constateert dat het lijkt of wetenschappers een sluw woordspelletje toepassen om de exacte ontbrekende schakel te verhullen. Kosmologen kunnen wel suggereren dat er een exact antwoord is, maar die is er niet. Toch moet toch iets aan de oerknal vooraf zijn gegaan; tijd kan niet zomaar zijn ontstaan. Augustines die in de 5e eeuw er ook over na dacht, had het gemakkelijk. Zijn oordeel luidde dat God het universum schiep met de tijd en niet in de tijd. Daarmee is God een wezen buiten tijd die over de macht beschikt om tijd in te stellen op het moment van de creatie van het universum. Augustines ontliep zo de discussie die de hedendaagse wetenschappers, zonder een god-implementering, tot dit dilemma dwingt. Indien het universum ‘in de tijd’ ontstond dan kan dat niet veroorzaakt zijn door een fysisch proces dat een oorzakelijke kans maakt, omdat als het zo was, de gebeurtenis van het ontstaan van tijd al eerder zou hebben plaatsgevonden. Maar het probleem verdwijnt als het universum ‘met de tijd’ ontstond, zo stelt Davies. Maar welke aansturing zorgde daar dan voor? Dat Augustinus ondanks zijn andere benadering het zo formuleerde dat het heden ten dage nog voor geldig wordt aangezien, is nu nog hooguit een bijkomstig gegeven. De relativiteitstheorie stuurt door middel van wiskunde aan op een gedetailleerde manier waardoor ruimte en tijd een onderdeel van de fysica is, maar niet aangeeft wat de betekenis van dit alles is in een ‘natuurlijk’ speelveld met de bijbehorende antwoorden.

Vervolgens is er een enorme sprong in het diepe nodig om te veronderstellen dat de relativiteit, op de schaal van ons zonnestelsel er glansrijk uitkomt, vooral ook omdat als wij ons universum tot een pingpongbal laten inkrimpen met dezelfde theorie, misschien wel is in te passen, maar het geen realistisch beeld oplevert. Dat kun je misschien wel met de gedetailleerde toestand van de kwantummechanica, maar dan wordt tijd zo slecht gedefinieerd dat we zelfs tijd kunnen kwijtraken. In het dagelijkse leven is ruimte de ruimte en tijd de tijd. Ondanks dat ze in de natuurkunde beide bijna hetzelfde, n.l. essentiële onderdelen van de samengevoegde ruimtetijd en zijn beide identiteiten in de kwantumnatuurkunde vaag. Ruimte gedraagt zich in intervallen van tijd en tijd als intervallen van ruimte, dus ruimte wordt tijdachtig zou je kunnen zeggen en is tijd ruimteachtig.

Dan even iets anders, hoewel het ermee te maken heeft. Wij leren op school dat er 3 dimensies zijn: lengte, breedte en hoogte. Dat tijd de 4e dimensie is, wordt (nog) niet tot de leerstof van het basisonderwijs gerekend. Hooguit in de natuurkunde les, een traject hoger, wordt hier aandacht aan besteed. Dat er zelfs negen dimensies zijn wordt niet van een realistische betekenis in de fysieke arena van ons bestaan gerekend, ondanks dat de wetenschap er in sommige visies wel melding van maakt. Al deze dimensies maken een onderscheid waaruit ons bestaan, materieel en geestelijk, is opgebouwd. Echter zolang je dat niet met een instrument kunt meten is het geen serieuze aangelegenheid, zo lijkt de boodschap. Behalve de grootte van vorm, is het evenwel ook van belang tijd en de aard van de andere dimensies te beschrijven. Om dan alleen het grofstoffelijke op te nemen en het fijnstoffelijke, de geestelijke kant achterwege te laten, is in het onderzoek naar de werking van het universum een misrekening. Het kan immers ook een bewustzijnsniveau beschrijven, allerhande bepaaldheden of de energetische waarde van zijn, waar tenminste de laatste twee van de negen dimensies over gaan. Belangrijk voor de energiekrachten in ons stelsel, zoals ook tijd, de vierde dimensie, er een is. Het maakt daarmee zichtbaar dat tijd in de menselijke waarneming van alledag, waarin het verstrijken van tijd beleefd wordt, over een ervaring gaat, een realisatie van een doelstelling, een gebeurtenis of waarin een emotie zich voltrekt. We moeten ons realiseren dat tijd in de menselijke optiek een absurde dimensie betreft. Er kan immers niets bestaan op een enkel tijdstip als er puur stilstand is. Want als we een waarde van tijd op nul zetten zal de uitkomst altijd nul bedragen. Om tot een manifestatie van een subjectieve ervaring te komen, is het verstrijken van tijd en de interactie met energie noodzakelijk. Op een enkel moment gebeurt er dus niets, zelfs niet in het verstandelijk denken dat in een stilstaand moment geen mogelijkheid ziet om te reageren. Om er een natuurkundige rekeneenheid aan te geven bedacht Piero Caldirola de chronon theorie. Daarmee beschreef hij het kleinst mogelijk tijdsinterval en suggereerde dat tijd weliswaar niet continu is, maar wel in een kleinst mogelijke eenheid kan bestaan. Bij de berekening gebruikte hij de Plancktijd die een halve eeuw eerder door een andere natuurkundige bedacht was. De Plancktijd is daarmee een standaard geworden om de kleinst mogelijke interval, de chronon oftewel tijd die verstrijkt om de kleinst mogelijke afstand in de ruimte te overbruggen. Dit komt overeen met 6.27 x 10 tot de -24ste macht per seconde. Dat is pas een minuscuul moment!

Waarom is dat interessant? Dat is omdat er tussen de verschillende tijdsmomenten ogenblikken zitten die 'gevangen' zijn in de tijd. Wij zien alles aan elkaar geplakt, als een continu beeld. In feite is dit gelijk aan wat er in een film gebeurt. Stilstaande plaatjes volgen elkaar in een bepaald tempo op zodat er een totaalbeleving ontstaat. De vraag luidt of er iets valt waar te nemen op die minuscule momenten van tijd. Onze ogen en de delen van ons brein die dat zou moeten registreren, kunnen dat niet. De realiteit van het ene interval wat we met onze zintuigen wel kunnen registreren is van een geheel andere orde dan de realiteit van de tijdsintervallen die buiten onze zintuigelijke waarneming valt. Er vindt weliswaar iets plaats in dezelfde ruimte, maar met een andere waarde in de structuur van ruimte en tijd. In theorie is het mogelijk dat wij in deze structuur een spleet in de tijd ontdekken die ons zicht geeft op andere werelden. Dat kan best vaak aan de orde zijn, vaker dan we denken, omdat alle waarnemingen van subjectieve aard in ons dagelijkse bestaan daarmee vermengd kunnen worden, wellicht ook door allerlei psychologische omstandigheden. Wat we eigenlijk als een storing in ons denkbewustzijn ervaren is uiteindelijk een verschuiving in de structuur van ruimte en tijd. Dat levert een soort realiteit op die in feite als een bevreemding kan overkomen, maar die we als een uitbreiding van de ruimtetijd kunnen beschouwen en tot een besef van andere realiteiten kan leiden, zonder dat wij ze feitelijk waarnemen, omdat ons brein zoals gezegd daarvoor te beperkt is. Zijn dat wellicht doorkijkjes in een ander universum? We kunnen dat niet uitsluiten. Dat geeft zelfs de mogelijkheid te veronderstellen dat er leven op planeten plaatsvindt terwijl wij dat niet opmerken en er dus een levenloze betekenis aan geven.

Is het noodzakelijk om wetenschap, met name de natuurkunde, steeds maar weer in deze blogs te belichten? Naar mijn mening is de wetenschap een onontbeerlijke schakel en is een belangrijke inbreng om het verhaal van tijd te vertellen. Toch is dat verhaal tweeledig, in de eerste plaats omdat deze wetenschap nauw betrokken is bij de vraag waarom alles zo is zoals het is, maar aan de andere kant veronderstellingen doet die een hogere macht volledig uitsluit. De vragen die er in ons tijdsgewricht rijzen ten aanzien van ontstaan en begrip van de kosmos voorzien niet in de inbreng van een hogere macht. Deze uitsluiting was en is uiteindelijk gebaseerd op de misvatting dat een evenwichtig systeem door het Goddelijke aangestuurd, onmogelijk tot een coherentie van alles wat bestaat kon zorgen. De verwoede pogingen om een objectieve notie te bewerkstelligen wat in feite tot de kern van de wetenschap behoort, heeft door allerlei misvattingen hooguit een vaag besef van een mogelijkheid opgeleverd, omdat wij in de overschatting van onze verstandelijke vermogens doorgeschoten zijn. De mensheid is kennelijk niet in staat om bij de onmogelijkheid van interpretatie een oplossing open te houden. Er moet tenslotte rendement van de soms onnodige onderzoeken en studies komen. Veel van wat in het verre verleden al bekend was, worden in de laatste decennia ’s pas door de wetenschap bevestigd. Evenwel wordt de hand van God bijna vanzelfsprekend uit de fysische opties geëlimineerd. Maar de tijden keren. Langzaam dringt het tot ons door dat de vele raadsels die ons omgeven alleen te verklaren zijn als we bereid zijn inzichten toe te laten die een intrinsiek vermogen die wij allemaal bezitten, erkennen. Daarvoor is geen religieuze doctrine nodig. Die heeft tenslotte al eeuwenlang voor een dwaalspoor en misleiding gezorgd. Belangrijk is dan wel dat we ons losmaken van de illusie van het leven en dat we op zielsniveau een relatie aangaan en onderhouden met het Goddelijk deel in onszelf, de wezenlijke bron van ons bestaan. De illusie van het leven maskeert bijgevolg ook de illusie van tijd.

 

 

Blog 25 (17-03-2022)

 

Eindtijd of een nieuwe tijd? (Tijd deel 7)

Even was het een mooie tijd in Europa na de laatste wereldoorlog, een tijd zonder echte onevenwichtigheden, afgezien van de goed afgelopen koude oorlog, die steeds minder te betekenen had. Nu zijn we allemaal een illusie armer omdat vrede toch veel brozer blijkt dan we dachten en internationale afspraken over handel, veiligheid en onafhankelijkheid geen rem is op de dringende behoefte van een enkeling om met een oorlog de verhoudingen te willen corrigeren. Is er sprake van een komende eindtijd nu vanalles in de soep dreigt te lopen? Of een nieuw tijdperk, waarin veiligheid belangrijker wordt dan materiële en economische kwesties? Er gaat steeds meer een stemming rond die het gevoel oproept van een soort apocalyptisch verschijnsel. De gebeurtenissen van het afgelopen decennium geven daar misschien wel aanleiding voor. Nog vers in het geheugen liggen de Midden-Oosten crisis, de kortgeleden pandemie en nu de oorlog in Ukraine. Komt er een kernoorlog op ons af nu de MAD (Mutually Assured Destruction), afschrikking als verdediging, wellicht niet meer toereikend is? Het lijkt wel of de snelheid plus de chaos waarmee de wereldgebeurtenissen zich voltrekken meer en meer toenemen en steeds desastreuzere vormen aannemen. Is dat gevoel gerechtvaardigd? Is wellicht de steeds vaker genoemde eindtijd een realistische voorstelling? Of zien we dat uitsluitend als onoverkomelijk verschijnsel in de verte omdat we dat relateren aan een omstandigheid wanneer een of meer natuurkundige wetten ophouden te bestaan.

Eindtijd is een begrip dat we allemaal kennen, omdat het in ons leeft als een indruk dat het op een zeker moment een omslag teweeg brengt die niet te stuiten is. Wellicht speelt het ingeboren besef dat ons eigen leven eindig is daarbij een grote rol. Daar denken we niet graag aan, maar het leeft wel in ons. Het is immers een gevoel van alle tijden. Als je in een treinwagon gewurmd werd op weg naar een concentratiekamp met als dieper besef een vernietiging van je mensbeeld, dan kun je dat inderdaad als een persoonlijke opvatting van een Apocalyps zien. Maar dat de eindigheid, de totale vernietiging van ons bestaan, onze aarde en misschien ook wel ons universum kan overkomen, is geen veronderstelling die ons regelmatig parten speelt. Toch is het gevoel wat zo sterk in ons leeft opmerkelijk, want er is buiten de chaos die we zelf op deze aarde veroorzaken, in onze beleving niets dat daarop aanstuurt. Er zijn oppervlakkig gezien geen kosmologische voortekenen die daarop wijzen (zie Blog 21 over Tijdperken) Rampen op aarde bestaan wel maar hebben geen importantie om de angst voor een totale ondergang te activeren. Het heeft de mensheid weliswaar al lange tijd beziggehouden getuige de verschillende veronderstellingen van dien aard. Je kunt ze binnen een religie nog aanzien voor angstzaaien om met de knoet gehoorzaamheid en trouw aan het geloof in te wrijven. Een van de meest krachtigste voorspellingen die eeuwenlang voor onrust, met name voor de christelijke gelovigen, heeft gezorgd, is de Openbaring van Johannes; een verschrikkelijke voorspelling die maar weinig uitzicht op verlossing biedt, wat je toch wel van het laatste hoofdstuk van de Bijbel zou verwachten. Maar ook in geschriften van veel andere godsdiensten, zoals de Koran of de Bhagavad Gita laten dergelijke beschouwingen zien. Waren de personen, die namens Johannes of anderen dit opschreven wel bij machte dit verstrekkend beeld te beoordelen, zeker als het de verre toekomst aanging? Laat staan de vertalers die eeuwen later een juiste toon, interpretatie of impressie wilden weergeven over wat de mensheid te wachten stond. In een huidige opinie zou het niet meer als een tijdsdocument zijn aan te merken, die een omschrijving weergeeft over een gevoel van ondergang van de mensheid, die bewust van het tijdelijke, het onvermijdelijke suggereert. Toch zijn deze verklaringen onvoldoende om de ‘onlustgevoelens’ van een dergelijk gedoemd vooruitzicht in te tomen. Steeds duiken ze weer op en hooguit is het wat geruststellend dat geen van die aanspraken uit het verleden is uitgekomen. Maar er blijft een gevoel van ondergang knagen, die misschien in de dagelijkse voortgang van zaken niet direct herleidbaar zijn, of toch?

Om enkele te noemen, er zou een reusachtige meteoriet op de aarde kunnen in slaan die de aarde uit haar baan brengt. Of de zon, tot op heden een stabiliteit van kernfusie, komt door onvoorziene omstandigheden tot een einde en de chemische of mistige reacties zorgen voor een afnemende invloed van licht, wat voor de aarde en de fysiologische omstandigheden funest blijken te zijn. Dit zijn dan rampen die van buiten de aarde op ons afkomen, maar staan vermoedelijk niet in verhouding tot wat wij onszelf aandoen en al aangedaan hebben. De overschatting waarmee de mens zijn hegemonie steeds weer bevestigd wil zien en de middelen waarmee wij ons bedienen omdat te bewerkstelligen zijn desastreus, oorlogsvoering met gifgassen, nucleaire vergiftigingen, medisch geknoei, uitputting van aarde door gebruik van foute grondstoffen door landbouw en industrie, verzaking van moraal en geklooi vanwege geldelijk gewin, enfin, er zit in feite nergens een rem op.

Veranderingen in de sferen van de planeet zelf zijn onmiskenbaar. Voor de meeste mensen nauwelijks op te merken of het deert niet. Zelfs de opwarming van de aarde is voor de mensheid geen werkelijk issue, al merkt men aan den lijve al redelijk vaak de gevolgen, die weliswaar van contingent tot contingent verschillen. Waarschuwingen in het Rapport van Rome gevat, alweer 50 jaar geleden, toonde aan dat de aarde een beperkt ‘absorptievermogen’ heeft en er grenzen zijn aan de manier waarop de mensheid daar aanspraak op kan maken, maar het heeft niet tot een veranderend inzicht geleid. Dat er grenzen zijn aan onze behoeftes om te consumeren en de vrije markt die daarop met hart en ziel daarop inspeelt, gericht om de conjunctuur en profijt tot grote hoogte te laten stijgen, heeft het aankomend failliet van het neoliberalisme aangetoond, maar de reactie daarop is niet meer dan een kleine poging tot verbetering van leefmilieu. Groene groei bestaat niet wordt er geroepen, maar welke ingreep dan wel? Zijn de grijpgrage vingers van de mensheid af te remmen en wat moet er gebeuren totdat de onbedaarlijke behoefte aan groei tot stilstand komt. De aarde baadt immers nog steeds in de volle glorie van het zonlicht, alles groeit en bloeit, zodat de constante aanslagen die wij plegen, misschien niet zo opvallen, maar er wel degelijk zijn. Enkele aperte voorbeelden zijn o.a. de verandering van de weerkaatsing van het zonlicht. (de Bond Albedo), opgemerkt door de NASA. Een gevolg daarvan is meer aantoonbare energieabsorptie van de aarde, kennelijk nodig om het levenssysteem overeind te houden. Een andere is dat het nachtelijk universum steeds lichter wordt (geconstateerd door OIRlab, Tucson). Of dat de aarde steeds sneller draait wat meer energie kost. (National Institute of Standards and Technology). Weer een andere is de extreme opwarming van de Poolkappen waar vermoedelijk het proces, wat annihilatie wordt genoemd voor verantwoordelijk is (Anita, Antarctic Impulsieve Transient Antenna).

Als je deze zaken tot je laat komen is het dubieus om de voorspellingen die in het verleden op ons af zijn gekomen als onzin af te doen. Het noodzakelijk veranderende inzicht zal vooral in het feit zitten dat we onszelf en onze medemens met zijn vernietigende behoeften als onbeheerste krachten gaan beschouwen. Negeren we dat, dan zal het negatief scenario zich zo aan ons opdringen dat het een gerechtvaardigde gedachte lijkt dat de ondergang die al gaande is, ook niet meer te stoppen is. In ons denken ervaren we processen waarin de dagelijkse pijnlijke gebeurtenissen zich aaneenrijgen tot langdurige kwesties die maar doorgaan tot het een doemscenario wordt. Dat kunnen de tekenen des tijds zijn zoals ze ook wel genoemd worden. Opmerkelijk omdat ze zich op zoveel fronten tegelijk aandienen en in ernst steeds onrustbarender worden. De reden daarvan is tweeledig, n.l. elke ziel voelt aan dat menselijk handelen cruciaal is voor wat de toekomst betreft en dat de grip op het bestaan steeds chaotischer, onbeheersbaarder wordt, zodat de huidige tijd een voorspel vormt van een ophanden zijnde verandering.  

Dat er een totale omwenteling zou kunnen plaatsvinden wordt, zoals gezegd, niet als reëel geacht. Dat ondergang van het ene, een begin van een andere bestaansvorm zou kunnen inluiden, wordt niet als een optie gezien die de mensheid vooruit zou kunnen helpen. Ondanks al deze bovenstaande voorstellingen is aan ieder einde tenslotte ook altijd een nieuw begin ontstaan en daarom kan iedere verandering nooit een ondergang zijn. Dat is geen natuurwet maar een wet die daar ver boven staat. Zoals tijd de evolutie aanstuurt is de beweging van komen en gaan van dezelfde orde. Het is echter van een geheel andere aard dan wij denken wat een eindtijd gaat inhouden. Eindtijd is daarom geen invulling van beelden die ons worden voorgeschoteld door religies, sekten of andere leerstellingen. De verandering, die er zeker komt, is een volgende stap met andere bewustzijnsprocessen die de mensheid gaat meemaken. Daarom kunnen we de eindtijd beter een transformatie noemen, een overgang naar een ander tijdperk. De verandering die ons zal treffen is niet zozeer het persoonlijke leven, maar betreft vooral de gehele mensheid, de aarde en ons universum, het hele systeem. Het is er een die een verandering in totaliteit zal bewerkstelligen, met andere woorden, het geeft de mensheid nieuwe kansen om ons leven op een andere manier in te richten, een nieuw systeem waar we sterker dan nu, bewust zijn van ons aandeel in het Goddelijke bestaan. De geestelijke wetten in plaats van de onstabiele natuurwetten zullen gaan bepalen hoe we daarmee omgaan en hoe ons nieuwe leven vorm krijgt. Het heeft dus geen zin om bang te zijn voor wat de overgang gaat inhouden. Ons spirituele bewustzijn zal ons verder leiden en er is dus geen sprake van enige vernietiging van onze geestelijke staat van bewustzijn. Wel is alles wat we in materiele zin gaan verliezen een enorme vijand in ons denken. Want alles wat angst inhoudt zorgt ook voor het feit dat we het niet begrijpen wat er gebeurt. Verlies is in dit geval dus louterend voor de ziel, omdat de toekomst uitzicht op een andere evolutie voor de mensheid levert. Ons denken, die nu zich voornamelijk op een materiele manier voltrekt, is niet in staat deze toekomst waar te nemen. De ontwikkeling van de oorspronkelijk Goddelijke eigenschappen brengt ons in een betere samenwerking met onszelf, onze medemens en de natuur. Maar bovenal brengt het een hernieuwde kracht om een relatie aan te gaan met het Goddelijke deel in onszelf en een volgende stap in de geestelijke staat van zijn,van ons aller bestaan.

Blog 28 (23-06-2022)

 

Versluierd bestaan

Als reactie op een regelmatig gestelde vraag!

Wat is illusie van het leven eigenlijk? Is het een schijnwerkelijkheid die ons bestaan sinds onze geboorte een gezicht geeft, maar zich voordoet als ‘echt’ en ons zodanig domineert dat het bepalend is voor de rest van ons leven? Doorgaans wel. De werkelijkheid van het leven is een fictief beeld dat door onze zintuigen wordt gedefinieerd en daardoor tevens aan onze ervaringen zelf verbonden is. Omdat ieder mens een eigen beoordeling van deze zintuigelijke werkelijkheid heeft, zit er verschil in wat en hoe wij het waarnemen. Om deze verschillen los van onze eigen interpretatie te maken, hebben we een soort consensuswerkelijkheid gecreëerd, een beeld van de werkelijkheid die wij allemaal min of meer onderschrijven. Dat beslaat vooral de praktische kant omdat het de samenwerking ten goede komt. Echter ondanks de-neuzen-dezelfde-kant-op-realiteit is de mate waarin de dingen ‘echt’ ervaren worden, toch nog verschillend zodat we maar moeten aannemen of voorgestelde consensus klopt. Wij proberen dat zoveel mogelijk aan de hand van referentiekaders, afspraken die een structuur bieden voor het maatschappelijke leven. Omdat we daar niet steeds over na denken hanteren we een interpretatie van hoe de aangenomen werkelijkheid voor onszelf het beste werkt. Deze consensusrealiteit is op zich zelf wel variabel en wordt veelal door maatschappelijke tendensen bepaald. Sinds de Verlichting in de 18e eeuw wordt het voor een groot deel door de wetenschap aangedragen en voor een ander deel door andere verschijnselen zoals politiek of religie. Omdat de wetenschap de spirituele zaken buiten beschouwing laat, is inzicht over het bestaan in een schijnwerkelijkheid geen issue. Wel ontstaat er tegenwoordig steeds vaker een consensus die eigen is aan een groep die dan door de algemene beoordeling meestal een negatief stempel krijgt en daarom weer buiten het ‘afgesproken’ terrein valt. De consensus realiteit is daarom een klein gedeelte van wat het leven echt is.

Dat het leven een illusie is wordt door maar weinig mensen onderschreven. Het mag onder spiritueel ingestelde mensen misschien een logische overtuiging zijn, het uitstappen uit deze illusie is vrijwel niet mogelijk omdat we allemaal deel uitmaken van het systeem van ondergedompeld bewustzijn of een soort van overkoepelende onwetendheid. De dagelijkse gang van zaken spelen immers de hoofdrol en is niet geinteresseerd in fijnmazige noties. Het is zelfs in het zielsbewustzijn geïnfiltreerd, sterker nog, het heeft aan deze beleving meegewerkt en tot algemeen wereldbeeld verheven. Ons bewustzijn over wat het leven inhoudt, is dermate slecht ontwikkeld en soms ook ronduit afgevlakt. Het bewustzijn die door onze ziel gereguleerd wordt is op dit niveau niet in staat een werkelijk beeld te schetsen. Zo blijft een schijnwerkelijkheid in stand!

Hoe voltrekt deze illusie zich dan? Elke keer dat wij voor een keuze komen te staan, kijken wij wat de voordelen voor ons zijn. Dat is het mechanisme waaraan ons beperkt bewustzijn is overgeleverd. Dat was in het verleden zo en ook in de huidige tijd is dat niet anders. Wat onze voordelen zijn wordt door onze ouders, school en andere bepaaldheden aan ons geleerd; alle private beslissingen zijn ermee vermengd. Maar is dat dan verkeerd? Dat is eigenlijk een onjuiste conclusie. Alles wat wij doen en laten heeft te maken met leerprocessen die nodig zijn om onze evolutie te vervolmaken. Het is een omstandigheid waar de mensheid mee moet leren omgaan. In een lage staat van bewustzijn zullen veel keuzes in een materieel voordeel uitpakken. Sommige beslissingen kunnen soms niet handig zijn of niet slim en kunnen verstrekkende gevolgen hebben in het nu, maar ook in de toekomst. Dat een beslissing fout of verkeerd zou zijn klopt niet, omdat het een veroordeling inhoudt. Er bestaat geen schuld of boete. Dat zijn menselijke interpretaties die onderhevig zijn aan dezelfde illusie! We nemen vaak verkeerde beslissingen omdat we niet inzien wat de gevolgen zijn. Of soms nemen we de afloop van een verkeerde beslissing op de koop toe of zijn we getergd omdat het verkeerd afloopt. Dat is een menselijke reactie toch? Iedereen zou in die situatie hetzelfde doen zodat we kunnen stellen dat we allemaal door de consensus in dezelfde val liepen. Een beslissing nemen met een diepgaand verantwoord onderzoek is er meestal niet bij.

Even een goed voorbeeld om het simpel te houden. Het gaat over de schaalvergroting in het algemeen maar actueel als het is, de veeteelt, wat ons nu zoveel problemen opleveren, niet in de laatste plaats voor de boeren zelf. Ooit kreeg de boer van een minister aangereikt dat groterboeren een verstandige beslissing was. Hogere kosten zou door hogere inkomsten ruimschoots tenietgedaan worden. De boeren zouden er een beter en rijker leven door krijgen. De minister zorgde ervoor dat de producten van deze schaalvergroting aan de man gebracht werden. Veel maatschappelijke bedrijven en instanties hielpen mee, banken, fabrieken voor melk- en vleesproducten, de kunstmest, de veevoederindustrie, de supermarkten etc. Daarmee werd het vee geen dieren meer maar vlees- en melkproducenten en de verdienmodellen c.q. belangen groeiden evenredig met de veestapel.

Dat is de illusie die de mens creëert, wat het idee in zich heeft, dat het mogelijk moet zijn het te bereiken. Maar de (normale) werkelijkheid is dit: De samenhang van een goede beslissing is een aan alle kanten verantwoorde afweging van waarde die overstijgend zou moeten zijn aan het menselijk tekort. Maar dat is het helaas zelden. Dat betekent in dit voorbeeld een goede samenwerking met de (mede)mens, met het dierlijke bestaan, met de natuur, de zorg voor een gezonde voedselvoorziening en zo verder.

De illusie zit ’m in het feit wat de mens in alle vlakken van het leven krijgt voorgeschoteld. Dat is conform het door de ziel ondersteunde denkbeeld dat het leven op aarde een vervolmaking van gelukzaligheid zou zijn. Dat kan het nooit zijn. Er zijn vele levens nodig om het inzicht te verwerven dat we het pad van evolutie moeten volgen. Op deze ladder is de aarde en de incarnaties op dit subniveau een moment van vorming, bewustzijnsuitbreiding en groeiprocessen. Simpelweg is alle illusie terug te voeren naar het blind zoeken van aards geluk en alle drang en dwang waar het naar verwezen wordt. Hoe belangrijker aards geluk voor het individu, de groep of de mensheid is, leidt alleen maar naar meer bestendiging van die illusie. Pas als we ons realiseren dat het niet bestaat omdat het leven een bewustzijnsproces is die moet leiden naar een hogere staat, leven na leven, lijden na lijden. Als we dat begrijpen is de mensheid rijp die andere impuls naar de volgende stap op het pad te zetten.

 

Blog 27 (21-05-2022)

 

Illusie van Tijd (9e deel, laatste deel over tijd)

Het begrip van wat wij tijd noemen, speelt geen grote rol in ons leven. We nemen de voortgang van gebeurtenissen, zoals die zich aan ons voordoen, voor kennisgeving aan. Dat tijd een geconstrueerde vorm is, gelieerd aan ons dagelijks bestaan, realiseren we nauwelijks. Ondanks het feit dat het menselijk bewustzijn zich in de loop der tijd verder heeft ontwikkeld, komt bij de meesten van ons niet het idee op dat het leven een gecreëerde vorm is, die we zelf in gang hebben gezet. We ervaren alles om ons heen als echt en daar is tijd een onderdeel van is de gedachte. In een van de vorige blogs over tijd heb ik geponeerd dat tijdsprocessen een energievorm is, aangestuurd door het Hogere, om de evolutie, de ontwikkeling van de mensheid in dit universum mogelijk te maken. Goddelijke energie is overal en altijd, al herkennen wij dat niet. Het is de drijvende kracht die zorgt dat alles kan bestaan. Maar als dat zo is en het is tevens verbonden met de eigen creatie van het leven, is het dan een illusie en is tijd het dan ook?

Wat het begrip van het leven inhoudt heeft door de lage schaal van geestelijke bewustzijn, als toestand van de ziel, meestal geen inhoudelijk betekenis. We zijn weliswaar gewend geraakt aan veel verstandelijke concepten maar voordat er van een diepgaand persoonlijk onderzoek op een ander niveau sprake is, moet er meer gebeuren. Ons bestaan is op onze eigen merites afgestemd en we denken dat alles tot ons is gekomen door eigen inspanning en verdienste. In zekere zin is dat ook zo omdat wij, op het niveau van zielsbewustzijn, deze mogelijkheid van de Goddelijke Leiding gekregen en gegrepen hebben, maar toch niet in staat zijn om deze fase van ons bestaan tot een goed einde te brengen. Daarvoor is in de evolutie een nieuwe vorm van bestaan ingericht zodat het doormodderen niet eindeloos hoeft te duren. Het heeft trouwens ook zelfs alle schijn van dat er naar menselijke maatstaven geen krachtige oplossingen meer te bedenken zijn om de aanstormende chaos het hoofd te bieden. Het menselijk bestaan met al zijn materiele verlokkingen nodigt daar ook niet toe uit. De dwang tot volgen en consumeren is ons in het hoofd geslagen waardoor het levensgeluk op aarde gevonden moet worden. Deze denkprocessen kunnen nooit tot inhoudelijke oplossingen leiden. Zolang wij ons bewustzijn in onze hersen projecteren en ons denken tot de bepalende factor van ons bestaan maken, is van geestelijk notie geen sprake. Is dat een doemscenario zult u zeggen? Nee dat niet, maar ons bewustzijn is zo gericht op het fysieke bestaan, dat wij daaralles aan hebben opgehangen.

Waarom bestaat onze werkelijkheid dan niet echt? Daarvoor moeten we wederom naar de kwantummechanica. Deze tak van wetenschap is immers het verst gekomen om door middel van wiskunde, testen, filosoferen en beschouwen enigszins door te hebben dat wij onze wereld zelf creëren. Maar als we ons dat niet beseffen en denken dat het onze gecreëerde wereld de enige werkelijkheid is, hebben we niets gewonnen. De kwantummechanica die de natuureigenschappen onderzocht, kwam er als eerste achter dat er aan ons wereldbeeld iets niet klopte, nl. dat er achter de vermeende objectieve wereld een heel andere werkelijkheid schuilging. Het meest opzienbarende was dat, alweer honderd jaar geleden, wetenschappers concludeerde (het Kopenhagen principe) dat wijzelf die werkelijkheid ensceneren. Net Zoals Niels Bohr, die een van de rapportopstellers was, bedacht dat het geen verschil maakt of je de paden van lichtdeeltjes beschrijft en daarna test of dat je het andersom doet. Wij zijn niet in staat onze inmenging afzijdig te houden, m.a.w. de natuur weet niet alleen of wij van plan zijn om te gaan beoordelen, maar ook wanneer we dat van plan zijn. Dat is niet alleen opmerkelijk, het houdt tevens in dat er een intelligente interactie bestaat tussen waarnemen en het waargenomene. Nog opmerkelijker is dat men dat al duizenden jaren geleden al wist. Diegene die deze inzichten en wijsheden opschreef was Patanjali in de Yogasoetra’s. Hij gaf toen al aan dat het zichtbare vergaat wanneer het zijn doel bereikt heeft, maar het vergaat niet omdat het nog door anderen waargenomen wordt. Deze rishi zag al duidelijk dat er een interactie werkzaam is tussen wie wij zijn en de creatie van onze waarneming, die door de mensheid als geheel wordt gerealiseerd. Er bestaat dus helemaal geen absolute werkelijkheid die wij denken aan te treffen als wij op aarde verschijnen. Het is dus een interactie tussen bewustzijn, energieniveaus en materie die een schijnwerkelijkheid oplevert en die wij als ‘echt’ ervaren met onze zintuigen en creëren het met ons denkvermogen, die daar volledig aan meewerkt. Het is, en dat maakt de kwammechanica duidelijk, dat er een interactief systeem bestaat waarin bewustzijn een hoofdrol speelt in de subjectieve betekenis en gegeven van het bestaan.

Nu terug naar de tijd. Als het leven een illusie is wat is dan tijd? Hoe pathologisch wordt tijd aan ons voorgesteld? Alleen opmerken dat tijd relatief is en dus een subjectief ervaren verondersteld, daar komen we er niet mee. In de consensusrealiteit zoals we het alledaagse noemen, wordt alles wat we waarnemen in een overkoepelend systeem gebracht, maar daarom is dat nog niet de realiteit. In de natuurkunde is men gewend om in termen van de thermodynamische pijl te spreken en dan het verband te leggen met de energetische aspecten die zich voordoen als we tijd als een lineair concept zien. Maar de echtheid wordt daar niet in twijfel getrokken. Toch zijn er onevenwichtigheden op te merken, zoals de wetenschapper dat noemt. Lee Smolin, die zich met dit fenomeen bezighield onderschreef dat tijd weliswaar een integraal onderdeel van het heelal is, maar de grens waarin gebeurtenissen waargenomen of worden gemeten om een definitieve uitkomst te verkrijgen en gebeurtenissen waarvan de uitkomst niet is vastgesteld, geen exacte kennis opleveren, al wordt dat tot de beste manier gerekend om tijd te definiëren. Smolin stelde dat er een kwantumwereld en een klassieke wereld is. De grens daartussen is de plek waarin de dingen definitief worden, zoals dat er onbepaalde gebeurtenissen zijn die op een zeker moment definitief worden. Dat lijkt wel het moment van nu. Helder toch?

Wij gaan in feite van het ene nu-moment naar het andere nu-moment. We gaan niet door de tijd van verleden naar het heden en naar de toekomst. Alleen in de kloktijd, wat niet meer is dan een handig verzinsel en ook zo is omdat onze analytische linkerhersenhelft daar een collectieve oplossing voor vond. Niet meer dan een aspect, belangrijk gemaakt in het bestaan, van onze geboorte tot onze dood, voorgeprogrammeerd van generatie op generatie. Maar het is evenwel niet makkelijk voor te stellen dat het een abstractie is van de geest en een vormgeving van het verstand om dat alles hanteerbaar en logisch te maken. Is het daarmee echt? Natuurlijk het kan worden gekend en bevestigd door onze analytische kant van ons brein maar onze rechterkant van datzelfde brein, dat onze gevoelens registreert, zegt iets anders. Verleden is geen tijd; het is herinnering aan een heugelijk of pijnlijk moment. Toekomst bestaat evenmin omdat het niet gekend kan worden en creëert alleen de noodzaak om ons denkproces van het nu af te leiden en allerlei constructies te bedenken.

Alles wat bestaat voor een mens op aarde is het nu. In het nu kunnen we alles bereiken of realiseren, niet op een ander moment. Nu kunnen we alles voelen, ervaren, lessen leren of een karma doormaken. Pas als we bewust zijn van het nu kunnen we ook contact maken met onze Hogere Zelf voor de nodige begeleiding en inspiratie met betrekking tot het verdere verloop van ons leven. Steeds meer mensen ontwikkelen een ontvankelijkheid van hun rechterhersenhelft om beter intuïtieve instructies te ontvangen die van hun eigen Bron en Ziel afkomen. Het afstemmen op je verstand levert alleen maar verspilling op van nu-momenten. De ontwikkeling als bewust persoon speelt zich af in het nu-moment, niet in de toekomst. Dat geldt evenzeer voor de planeet, de voorbijgegane tijdframes met een lagere trillingsfrequentie staan niet meer in verband met het huidige moment. De evolutie gaat door, de frequentie van energetische krachten in het nu-moment stijgt met als doel om een hoger bewustzijn te creëren; het oude voldoet niet meer. Dat is proces van doorgaande tijd, waarvan als wij denken dat het in het verleden lag of in de toekomst ligt het een misvatting is. Door alle dimensies van alle universums heen bestaat geen tijd. Dat is de illusie. Alles gebeurt in het nu, tegelijkertijd. Alles wat je in dit leven doet, beïnvloedt ook al je andere levens door de samenhang van alles wat is. De Transformatie of wat ook wel de Transmutationele Verschuiving genoemd wordt, is al aan de gang. Niet als een toekomstperspectief, maar als een doorlopende evolutie in het nu.

 

Blog 26 (26-04-2022)

 

Tijd als een beperkt begrip van eenheid (tijd, deel 8)

Wanneer begon tijd? Als we de oorsprong van het universum in een tijdsmoment willen vatten, komen we niet onder de relativiteitstheorie uit. Deze koppelt ruimte en tijd immers aan elkaar waardoor een beoordelingscriterium gevormd wordt. Je kunt het belangrijk vinden of niet, maar je kunt het nu eenmaal niet zonder tijd stellen als we het universum een begrijpelijke samenhang willen geven. De oerknal of het ontstaan van het universum begon niet op een opzichzelfstaand moment en daarom is in de hedendaagse opvatting tijd gelijktijdig ontstaan. Het kostte dus tijd, maar was er een tijdstip? Als er al tijd was voor de oerknal dan moeten we de oorzaak van het ontstaan van tijd in eerste instantie beschrijven op een fysische manier, omdat het anders abstract blijft. Want wanneer begon tijd nu echt? De natuurkundige Paul Davies constateert dat het lijkt of wetenschappers een sluw woordspelletje toepassen om de exacte ontbrekende schakel te verhullen. Kosmologen kunnen wel suggereren dat er een exact antwoord is, maar die is er niet. Toch moet toch iets aan de oerknal vooraf zijn gegaan; tijd kan niet zomaar zijn ontstaan. Augustines die in de 5e eeuw er ook over na dacht, had het gemakkelijk. Zijn oordeel luidde dat God het universum schiep met de tijd en niet in de tijd. Daarmee is God een wezen buiten tijd die over de macht beschikt om tijd in te stellen op het moment van de creatie van het universum. Augustines ontliep zo de discussie die de hedendaagse wetenschappers, zonder een god-implementering, tot dit dilemma dwingt. Indien het universum ‘in de tijd’ ontstond dan kan dat niet veroorzaakt zijn door een fysisch proces dat een oorzakelijke kans maakt, omdat als het zo was, de gebeurtenis van het ontstaan van tijd al eerder zou hebben plaatsgevonden. Maar het probleem verdwijnt als het universum ‘met de tijd’ ontstond, zo stelt Davies. Maar welke aansturing zorgde daar dan voor? Dat Augustinus ondanks zijn andere benadering het zo formuleerde dat het heden ten dage nog voor geldig wordt aangezien, is nu nog hooguit een bijkomstig gegeven. De relativiteitstheorie stuurt door middel van wiskunde aan op een gedetailleerde manier waardoor ruimte en tijd een onderdeel van de fysica is, maar niet aangeeft wat de betekenis van dit alles is in een ‘natuurlijk’ speelveld met de bijbehorende antwoorden.

Vervolgens is er een enorme sprong in het diepe nodig om te veronderstellen dat de relativiteit, op de schaal van ons zonnestelsel er glansrijk uitkomt, vooral ook omdat als wij ons universum tot een pingpongbal laten inkrimpen met dezelfde theorie, misschien wel is in te passen, maar het geen realistisch beeld oplevert. Dat kun je misschien wel met de gedetailleerde toestand van de kwantummechanica, maar dan wordt tijd zo slecht gedefinieerd dat we zelfs tijd kunnen kwijtraken. In het dagelijkse leven is ruimte de ruimte en tijd de tijd. Ondanks dat ze in de natuurkunde beide bijna hetzelfde, n.l. essentiële onderdelen van de samengevoegde ruimtetijd en zijn beide identiteiten in de kwantumnatuurkunde vaag. Ruimte gedraagt zich in intervallen van tijd en tijd als intervallen van ruimte, dus ruimte wordt tijdachtig zou je kunnen zeggen en is tijd ruimteachtig.

Dan even iets anders, hoewel het ermee te maken heeft. Wij leren op school dat er 3 dimensies zijn: lengte, breedte en hoogte. Dat tijd de 4e dimensie is, wordt (nog) niet tot de leerstof van het basisonderwijs gerekend. Hooguit in de natuurkunde les, een traject hoger, wordt hier aandacht aan besteed. Dat er zelfs negen dimensies zijn wordt niet van een realistische betekenis in de fysieke arena van ons bestaan gerekend, ondanks dat de wetenschap er in sommige visies wel melding van maakt. Al deze dimensies maken een onderscheid waaruit ons bestaan, materieel en geestelijk, is opgebouwd. Echter zolang je dat niet met een instrument kunt meten is het geen serieuze aangelegenheid, zo lijkt de boodschap. Behalve de grootte van vorm, is het evenwel ook van belang tijd en de aard van de andere dimensies te beschrijven. Om dan alleen het grofstoffelijke op te nemen en het fijnstoffelijke, de geestelijke kant achterwege te laten, is in het onderzoek naar de werking van het universum een misrekening. Het kan immers ook een bewustzijnsniveau beschrijven, allerhande bepaaldheden of de energetische waarde van zijn, waar tenminste de laatste twee van de negen dimensies over gaan. Belangrijk voor de energiekrachten in ons stelsel, zoals ook tijd, de vierde dimensie, er een is. Het maakt daarmee zichtbaar dat tijd in de menselijke waarneming van alledag, waarin het verstrijken van tijd beleefd wordt, over een ervaring gaat, een realisatie van een doelstelling, een gebeurtenis of waarin een emotie zich voltrekt. We moeten ons realiseren dat tijd in de menselijke optiek een absurde dimensie betreft. Er kan immers niets bestaan op een enkel tijdstip als er puur stilstand is. Want als we een waarde van tijd op nul zetten zal de uitkomst altijd nul bedragen. Om tot een manifestatie van een subjectieve ervaring te komen, is het verstrijken van tijd en de interactie met energie noodzakelijk. Op een enkel moment gebeurt er dus niets, zelfs niet in het verstandelijk denken dat in een stilstaand moment geen mogelijkheid ziet om te reageren. Om er een natuurkundige rekeneenheid aan te geven bedacht Piero Caldirola de chronon theorie. Daarmee beschreef hij het kleinst mogelijk tijdsinterval en suggereerde dat tijd weliswaar niet continu is, maar wel in een kleinst mogelijke eenheid kan bestaan. Bij de berekening gebruikte hij de Plancktijd die een halve eeuw eerder door een andere natuurkundige bedacht was. De Plancktijd is daarmee een standaard geworden om de kleinst mogelijke interval, de chronon oftewel tijd die verstrijkt om de kleinst mogelijke afstand in de ruimte te overbruggen. Dit komt overeen met 6.27 x 10 tot de -24ste macht per seconde. Dat is pas een minuscuul moment!

Waarom is dat interessant? Dat is omdat er tussen de verschillende tijdsmomenten ogenblikken zitten die 'gevangen' zijn in de tijd. Wij zien alles aan elkaar geplakt, als een continu beeld. In feite is dit gelijk aan wat er in een film gebeurt. Stilstaande plaatjes volgen elkaar in een bepaald tempo op zodat er een totaalbeleving ontstaat. De vraag luidt of er iets valt waar te nemen op die minuscule momenten van tijd. Onze ogen en de delen van ons brein die dat zou moeten registreren, kunnen dat niet. De realiteit van het ene interval wat we met onze zintuigen wel kunnen registreren is van een geheel andere orde dan de realiteit van de tijdsintervallen die buiten onze zintuigelijke waarneming valt. Er vindt weliswaar iets plaats in dezelfde ruimte, maar met een andere waarde in de structuur van ruimte en tijd. In theorie is het mogelijk dat wij in deze structuur een spleet in de tijd ontdekken die ons zicht geeft op andere werelden. Dat kan best vaak aan de orde zijn, vaker dan we denken, omdat alle waarnemingen van subjectieve aard in ons dagelijkse bestaan daarmee vermengd kunnen worden, wellicht ook door allerlei psychologische omstandigheden. Wat we eigenlijk als een storing in ons denkbewustzijn ervaren is uiteindelijk een verschuiving in de structuur van ruimte en tijd. Dat levert een soort realiteit op die in feite als een bevreemding kan overkomen, maar die we als een uitbreiding van de ruimtetijd kunnen beschouwen en tot een besef van andere realiteiten kan leiden, zonder dat wij ze feitelijk waarnemen, omdat ons brein zoals gezegd daarvoor te beperkt is. Zijn dat wellicht doorkijkjes in een ander universum? We kunnen dat niet uitsluiten. Dat geeft zelfs de mogelijkheid te veronderstellen dat er leven op planeten plaatsvindt terwijl wij dat niet opmerken en er dus een levenloze betekenis aan geven.

Is het noodzakelijk om wetenschap, met name de natuurkunde, steeds maar weer in deze blogs te belichten? Naar mijn mening is de wetenschap een onontbeerlijke schakel en is een belangrijke inbreng om het verhaal van tijd te vertellen. Toch is dat verhaal tweeledig, in de eerste plaats omdat deze wetenschap nauw betrokken is bij de vraag waarom alles zo is zoals het is, maar aan de andere kant veronderstellingen doet die een hogere macht volledig uitsluit. De vragen die er in ons tijdsgewricht rijzen ten aanzien van ontstaan en begrip van de kosmos voorzien niet in de inbreng van een hogere macht. Deze uitsluiting was en is uiteindelijk gebaseerd op de misvatting dat een evenwichtig systeem door het Goddelijke aangestuurd, onmogelijk tot een coherentie van alles wat bestaat kon zorgen. De verwoede pogingen om een objectieve notie te bewerkstelligen wat in feite tot de kern van de wetenschap behoort, heeft door allerlei misvattingen hooguit een vaag besef van een mogelijkheid opgeleverd, omdat wij in de overschatting van onze verstandelijke vermogens doorgeschoten zijn. De mensheid is kennelijk niet in staat om bij de onmogelijkheid van interpretatie een oplossing open te houden. Er moet tenslotte rendement van de soms onnodige onderzoeken en studies komen. Veel van wat in het verre verleden al bekend was, worden in de laatste decennia ’s pas door de wetenschap bevestigd. Evenwel wordt de hand van God bijna vanzelfsprekend uit de fysische opties geëlimineerd. Maar de tijden keren. Langzaam dringt het tot ons door dat de vele raadsels die ons omgeven alleen te verklaren zijn als we bereid zijn inzichten toe te laten die een intrinsiek vermogen die wij allemaal bezitten, erkennen. Daarvoor is geen religieuze doctrine nodig. Die heeft tenslotte al eeuwenlang voor een dwaalspoor en misleiding gezorgd. Belangrijk is dan wel dat we ons losmaken van de illusie van het leven en dat we op zielsniveau een relatie aangaan en onderhouden met het Goddelijk deel in onszelf, de wezenlijke bron van ons bestaan. De illusie van het leven maskeert bijgevolg ook de illusie van tijd.

 

 

Blog 25 (17-03-2022)

 

Eindtijd of een nieuwe tijd? (Tijd deel 7)

Even was het een mooie tijd in Europa na de laatste wereldoorlog, een tijd zonder echte onevenwichtigheden, afgezien van de goed afgelopen koude oorlog, die steeds minder te betekenen had. Nu zijn we allemaal een illusie armer omdat vrede toch veel brozer blijkt dan we dachten en internationale afspraken over handel, veiligheid en onafhankelijkheid geen rem is op de dringende behoefte van een enkeling om met een oorlog de verhoudingen te willen corrigeren. Is er sprake van een komende eindtijd nu vanalles in de soep dreigt te lopen? Of een nieuw tijdperk, waarin veiligheid belangrijker wordt dan materiële en economische kwesties? Er gaat steeds meer een stemming rond die het gevoel oproept van een soort apocalyptisch verschijnsel. De gebeurtenissen van het afgelopen decennium geven daar misschien wel aanleiding voor. Nog vers in het geheugen liggen de Midden-Oosten crisis, de kortgeleden pandemie en nu de oorlog in Ukraine. Komt er een kernoorlog op ons af nu de MAD (Mutually Assured Destruction), afschrikking als verdediging, wellicht niet meer toereikend is? Het lijkt wel of de snelheid plus de chaos waarmee de wereldgebeurtenissen zich voltrekken meer en meer toenemen en steeds desastreuzere vormen aannemen. Is dat gevoel gerechtvaardigd? Is wellicht de steeds vaker genoemde eindtijd een realistische voorstelling? Of zien we dat uitsluitend als onoverkomelijk verschijnsel in de verte omdat we dat relateren aan een omstandigheid wanneer een of meer natuurkundige wetten ophouden te bestaan.

Eindtijd is een begrip dat we allemaal kennen, omdat het in ons leeft als een indruk dat het op een zeker moment een omslag teweeg brengt die niet te stuiten is. Wellicht speelt het ingeboren besef dat ons eigen leven eindig is daarbij een grote rol. Daar denken we niet graag aan, maar het leeft wel in ons. Het is immers een gevoel van alle tijden. Als je in een treinwagon gewurmd werd op weg naar een concentratiekamp met als dieper besef een vernietiging van je mensbeeld, dan kun je dat inderdaad als een persoonlijke opvatting van een Apocalyps zien. Maar dat de eindigheid, de totale vernietiging van ons bestaan, onze aarde en misschien ook wel ons universum kan overkomen, is geen veronderstelling die ons regelmatig parten speelt. Toch is het gevoel wat zo sterk in ons leeft opmerkelijk, want er is buiten de chaos die we zelf op deze aarde veroorzaken, in onze beleving niets dat daarop aanstuurt. Er zijn oppervlakkig gezien geen kosmologische voortekenen die daarop wijzen (zie Blog 21 over Tijdperken) Rampen op aarde bestaan wel maar hebben geen importantie om de angst voor een totale ondergang te activeren. Het heeft de mensheid weliswaar al lange tijd beziggehouden getuige de verschillende veronderstellingen van dien aard. Je kunt ze binnen een religie nog aanzien voor angstzaaien om met de knoet gehoorzaamheid en trouw aan het geloof in te wrijven. Een van de meest krachtigste voorspellingen die eeuwenlang voor onrust, met name voor de christelijke gelovigen, heeft gezorgd, is de Openbaring van Johannes; een verschrikkelijke voorspelling die maar weinig uitzicht op verlossing biedt, wat je toch wel van het laatste hoofdstuk van de Bijbel zou verwachten. Maar ook in geschriften van veel andere godsdiensten, zoals de Koran of de Bhagavad Gita laten dergelijke beschouwingen zien. Waren de personen, die namens Johannes of anderen dit opschreven wel bij machte dit verstrekkend beeld te beoordelen, zeker als het de verre toekomst aanging? Laat staan de vertalers die eeuwen later een juiste toon, interpretatie of impressie wilden weergeven over wat de mensheid te wachten stond. In een huidige opinie zou het niet meer als een tijdsdocument zijn aan te merken, die een omschrijving weergeeft over een gevoel van ondergang van de mensheid, die bewust van het tijdelijke, het onvermijdelijke suggereert. Toch zijn deze verklaringen onvoldoende om de ‘onlustgevoelens’ van een dergelijk gedoemd vooruitzicht in te tomen. Steeds duiken ze weer op en hooguit is het wat geruststellend dat geen van die aanspraken uit het verleden is uitgekomen. Maar er blijft een gevoel van ondergang knagen, die misschien in de dagelijkse voortgang van zaken niet direct herleidbaar zijn, of toch?

Om enkele te noemen, er zou een reusachtige meteoriet op de aarde kunnen in slaan die de aarde uit haar baan brengt. Of de zon, tot op heden een stabiliteit van kernfusie, komt door onvoorziene omstandigheden tot een einde en de chemische of mistige reacties zorgen voor een afnemende invloed van licht, wat voor de aarde en de fysiologische omstandigheden funest blijken te zijn. Dit zijn dan rampen die van buiten de aarde op ons afkomen, maar staan vermoedelijk niet in verhouding tot wat wij onszelf aandoen en al aangedaan hebben. De overschatting waarmee de mens zijn hegemonie steeds weer bevestigd wil zien en de middelen waarmee wij ons bedienen omdat te bewerkstelligen zijn desastreus, oorlogsvoering met gifgassen, nucleaire vergiftigingen, medisch geknoei, uitputting van aarde door gebruik van foute grondstoffen door landbouw en industrie, verzaking van moraal en geklooi vanwege geldelijk gewin, enfin, er zit in feite nergens een rem op.

Veranderingen in de sferen van de planeet zelf zijn onmiskenbaar. Voor de meeste mensen nauwelijks op te merken of het deert niet. Zelfs de opwarming van de aarde is voor de mensheid geen werkelijk issue, al merkt men aan den lijve al redelijk vaak de gevolgen, die weliswaar van contingent tot contingent verschillen. Waarschuwingen in het Rapport van Rome gevat, alweer 50 jaar geleden, toonde aan dat de aarde een beperkt ‘absorptievermogen’ heeft en er grenzen zijn aan de manier waarop de mensheid daar aanspraak op kan maken, maar het heeft niet tot een veranderend inzicht geleid. Dat er grenzen zijn aan onze behoeftes om te consumeren en de vrije markt die daarop met hart en ziel daarop inspeelt, gericht om de conjunctuur en profijt tot grote hoogte te laten stijgen, heeft het aankomend failliet van het neoliberalisme aangetoond, maar de reactie daarop is niet meer dan een kleine poging tot verbetering van leefmilieu. Groene groei bestaat niet wordt er geroepen, maar welke ingreep dan wel? Zijn de grijpgrage vingers van de mensheid af te remmen en wat moet er gebeuren totdat de onbedaarlijke behoefte aan groei tot stilstand komt. De aarde baadt immers nog steeds in de volle glorie van het zonlicht, alles groeit en bloeit, zodat de constante aanslagen die wij plegen, misschien niet zo opvallen, maar er wel degelijk zijn. Enkele aperte voorbeelden zijn o.a. de verandering van de weerkaatsing van het zonlicht. (de Bond Albedo), opgemerkt door de NASA. Een gevolg daarvan is meer aantoonbare energieabsorptie van de aarde, kennelijk nodig om het levenssysteem overeind te houden. Een andere is dat het nachtelijk universum steeds lichter wordt (geconstateerd door OIRlab, Tucson). Of dat de aarde steeds sneller draait wat meer energie kost. (National Institute of Standards and Technology). Weer een andere is de extreme opwarming van de Poolkappen waar vermoedelijk het proces, wat annihilatie wordt genoemd voor verantwoordelijk is (Anita, Antarctic Impulsieve Transient Antenna).

Als je deze zaken tot je laat komen is het dubieus om de voorspellingen die in het verleden op ons af zijn gekomen als onzin af te doen. Het noodzakelijk veranderende inzicht zal vooral in het feit zitten dat we onszelf en onze medemens met zijn vernietigende behoeften als onbeheerste krachten gaan beschouwen. Negeren we dat, dan zal het negatief scenario zich zo aan ons opdringen dat het een gerechtvaardigde gedachte lijkt dat de ondergang die al gaande is, ook niet meer te stoppen is. In ons denken ervaren we processen waarin de dagelijkse pijnlijke gebeurtenissen zich aaneenrijgen tot langdurige kwesties die maar doorgaan tot het een doemscenario wordt. Dat kunnen de tekenen des tijds zijn zoals ze ook wel genoemd worden. Opmerkelijk omdat ze zich op zoveel fronten tegelijk aandienen en in ernst steeds onrustbarender worden. De reden daarvan is tweeledig, n.l. elke ziel voelt aan dat menselijk handelen cruciaal is voor wat de toekomst betreft en dat de grip op het bestaan steeds chaotischer, onbeheersbaarder wordt, zodat de huidige tijd een voorspel vormt van een ophanden zijnde verandering.  

Dat er een totale omwenteling zou kunnen plaatsvinden wordt, zoals gezegd, niet als reëel geacht. Dat ondergang van het ene, een begin van een andere bestaansvorm zou kunnen inluiden, wordt niet als een optie gezien die de mensheid vooruit zou kunnen helpen. Ondanks al deze bovenstaande voorstellingen is aan ieder einde tenslotte ook altijd een nieuw begin ontstaan en daarom kan iedere verandering nooit een ondergang zijn. Dat is geen natuurwet maar een wet die daar ver boven staat. Zoals tijd de evolutie aanstuurt is de beweging van komen en gaan van dezelfde orde. Het is echter van een geheel andere aard dan wij denken wat een eindtijd gaat inhouden. Eindtijd is daarom geen invulling van beelden die ons worden voorgeschoteld door religies, sekten of andere leerstellingen. De verandering, die er zeker komt, is een volgende stap met andere bewustzijnsprocessen die de mensheid gaat meemaken. Daarom kunnen we de eindtijd beter een transformatie noemen, een overgang naar een ander tijdperk. De verandering die ons zal treffen is niet zozeer het persoonlijke leven, maar betreft vooral de gehele mensheid, de aarde en ons universum, het hele systeem. Het is er een die een verandering in totaliteit zal bewerkstelligen, met andere woorden, het geeft de mensheid nieuwe kansen om ons leven op een andere manier in te richten, een nieuw systeem waar we sterker dan nu, bewust zijn van ons aandeel in het Goddelijke bestaan. De geestelijke wetten in plaats van de onstabiele natuurwetten zullen gaan bepalen hoe we daarmee omgaan en hoe ons nieuwe leven vorm krijgt. Het heeft dus geen zin om bang te zijn voor wat de overgang gaat inhouden. Ons spirituele bewustzijn zal ons verder leiden en er is dus geen sprake van enige vernietiging van onze geestelijke staat van bewustzijn. Wel is alles wat we in materiele zin gaan verliezen een enorme vijand in ons denken. Want alles wat angst inhoudt zorgt ook voor het feit dat we het niet begrijpen wat er gebeurt. Verlies is in dit geval dus louterend voor de ziel, omdat de toekomst uitzicht op een andere evolutie voor de mensheid levert. Ons denken, die nu zich voornamelijk op een materiele manier voltrekt, is niet in staat deze toekomst waar te nemen. De ontwikkeling van de oorspronkelijk Goddelijke eigenschappen brengt ons in een betere samenwerking met onszelf, onze medemens en de natuur. Maar bovenal brengt het een hernieuwde kracht om een relatie aan te gaan met het Goddelijke deel in onszelf en een volgende stap in de geestelijke staat van zijn,van ons aller bestaan.

Blog 28 (23-06-2022)

 

Versluierd bestaan

Als reactie op een regelmatig gestelde vraag!

Wat is illusie van het leven eigenlijk? Is het een schijnwerkelijkheid die ons bestaan sinds onze geboorte een gezicht geeft, maar zich voordoet als ‘echt’ en ons zodanig domineert dat het bepalend is voor de rest van ons leven? Doorgaans wel. De werkelijkheid van het leven is een fictief beeld dat door onze zintuigen wordt gedefinieerd en daardoor tevens aan onze ervaringen zelf verbonden is. Omdat ieder mens een eigen beoordeling van deze zintuigelijke werkelijkheid heeft, zit er verschil in wat en hoe wij het waarnemen. Om deze verschillen los van onze eigen interpretatie te maken, hebben we een soort consensuswerkelijkheid gecreëerd, een beeld van de werkelijkheid die wij allemaal min of meer onderschrijven. Dat beslaat vooral de praktische kant omdat het de samenwerking ten goede komt. Echter ondanks de-neuzen-dezelfde-kant-op-realiteit is de mate waarin de dingen ‘echt’ ervaren worden, toch nog verschillend zodat we maar moeten aannemen of voorgestelde consensus klopt. Wij proberen dat zoveel mogelijk aan de hand van referentiekaders, afspraken die een structuur bieden voor het maatschappelijke leven. Omdat we daar niet steeds over na denken hanteren we een interpretatie van hoe de aangenomen werkelijkheid voor onszelf het beste werkt. Deze consensusrealiteit is op zich zelf wel variabel en wordt veelal door maatschappelijke tendensen bepaald. Sinds de Verlichting in de 18e eeuw wordt het voor een groot deel door de wetenschap aangedragen en voor een ander deel door andere verschijnselen zoals politiek of religie. Omdat de wetenschap de spirituele zaken buiten beschouwing laat, is inzicht over het bestaan in een schijnwerkelijkheid geen issue. Wel ontstaat er tegenwoordig steeds vaker een consensus die eigen is aan een groep die dan door de algemene beoordeling meestal een negatief stempel krijgt en daarom weer buiten het ‘afgesproken’ terrein valt. De consensus realiteit is daarom een klein gedeelte van wat het leven echt is.

Dat het leven een illusie is wordt door maar weinig mensen onderschreven. Het mag onder spiritueel ingestelde mensen misschien een logische overtuiging zijn, het uitstappen uit deze illusie is vrijwel niet mogelijk omdat we allemaal deel uitmaken van het systeem van ondergedompeld bewustzijn of een soort van overkoepelende onwetendheid. De dagelijkse gang van zaken spelen immers de hoofdrol en is niet geinteresseerd in fijnmazige noties. Het is zelfs in het zielsbewustzijn geïnfiltreerd, sterker nog, het heeft aan deze beleving meegewerkt en tot algemeen wereldbeeld verheven. Ons bewustzijn over wat het leven inhoudt, is dermate slecht ontwikkeld en soms ook ronduit afgevlakt. Het bewustzijn die door onze ziel gereguleerd wordt is op dit niveau niet in staat een werkelijk beeld te schetsen. Zo blijft een schijnwerkelijkheid in stand!

Hoe voltrekt deze illusie zich dan? Elke keer dat wij voor een keuze komen te staan, kijken wij wat de voordelen voor ons zijn. Dat is het mechanisme waaraan ons beperkt bewustzijn is overgeleverd. Dat was in het verleden zo en ook in de huidige tijd is dat niet anders. Wat onze voordelen zijn wordt door onze ouders, school en andere bepaaldheden aan ons geleerd; alle private beslissingen zijn ermee vermengd. Maar is dat dan verkeerd? Dat is eigenlijk een onjuiste conclusie. Alles wat wij doen en laten heeft te maken met leerprocessen die nodig zijn om onze evolutie te vervolmaken. Het is een omstandigheid waar de mensheid mee moet leren omgaan. In een lage staat van bewustzijn zullen veel keuzes in een materieel voordeel uitpakken. Sommige beslissingen kunnen soms niet handig zijn of niet slim en kunnen verstrekkende gevolgen hebben in het nu, maar ook in de toekomst. Dat een beslissing fout of verkeerd zou zijn klopt niet, omdat het een veroordeling inhoudt. Er bestaat geen schuld of boete. Dat zijn menselijke interpretaties die onderhevig zijn aan dezelfde illusie! We nemen vaak verkeerde beslissingen omdat we niet inzien wat de gevolgen zijn. Of soms nemen we de afloop van een verkeerde beslissing op de koop toe of zijn we getergd omdat het verkeerd afloopt. Dat is een menselijke reactie toch? Iedereen zou in die situatie hetzelfde doen zodat we kunnen stellen dat we allemaal door de consensus in dezelfde val liepen. Een beslissing nemen met een diepgaand verantwoord onderzoek is er meestal niet bij.

Even een goed voorbeeld om het simpel te houden. Het gaat over de schaalvergroting in het algemeen maar actueel als het is, de veeteelt, wat ons nu zoveel problemen opleveren, niet in de laatste plaats voor de boeren zelf. Ooit kreeg de boer van een minister aangereikt dat groterboeren een verstandige beslissing was. Hogere kosten zou door hogere inkomsten ruimschoots tenietgedaan worden. De boeren zouden er een beter en rijker leven door krijgen. De minister zorgde ervoor dat de producten van deze schaalvergroting aan de man gebracht werden. Veel maatschappelijke bedrijven en instanties hielpen mee, banken, fabrieken voor melk- en vleesproducten, de kunstmest, de veevoederindustrie, de supermarkten etc. Daarmee werd het vee geen dieren meer maar vlees- en melkproducenten en de verdienmodellen c.q. belangen groeiden evenredig met de veestapel.

Dat is de illusie die de mens creëert, wat het idee in zich heeft, dat het mogelijk moet zijn het te bereiken. Maar de (normale) werkelijkheid is dit: De samenhang van een goede beslissing is een aan alle kanten verantwoorde afweging van waarde die overstijgend zou moeten zijn aan het menselijk tekort. Maar dat is het helaas zelden. Dat betekent in dit voorbeeld een goede samenwerking met de (mede)mens, met het dierlijke bestaan, met de natuur, de zorg voor een gezonde voedselvoorziening en zo verder.

De illusie zit ’m in het feit wat de mens in alle vlakken van het leven krijgt voorgeschoteld. Dat is conform het door de ziel ondersteunde denkbeeld dat het leven op aarde een vervolmaking van gelukzaligheid zou zijn. Dat kan het nooit zijn. Er zijn vele levens nodig om het inzicht te verwerven dat we het pad van evolutie moeten volgen. Op deze ladder is de aarde en de incarnaties op dit subniveau een moment van vorming, bewustzijnsuitbreiding en groeiprocessen. Simpelweg is alle illusie terug te voeren naar het blind zoeken van aards geluk en alle drang en dwang waar het naar verwezen wordt. Hoe belangrijker aards geluk voor het individu, de groep of de mensheid is, leidt alleen maar naar meer bestendiging van die illusie. Pas als we ons realiseren dat het niet bestaat omdat het leven een bewustzijnsproces is die moet leiden naar een hogere staat, leven na leven, lijden na lijden. Als we dat begrijpen is de mensheid rijp die andere impuls naar de volgende stap op het pad te zetten.

 

Blog 27 (21-05-2022)

 

Illusie van Tijd (9e deel, laatste deel over tijd)

Het begrip van wat wij tijd noemen, speelt geen grote rol in ons leven. We nemen de voortgang van gebeurtenissen, zoals die zich aan ons voordoen, voor kennisgeving aan. Dat tijd een geconstrueerde vorm is, gelieerd aan ons dagelijks bestaan, realiseren we nauwelijks. Ondanks het feit dat het menselijk bewustzijn zich in de loop der tijd verder heeft ontwikkeld, komt bij de meesten van ons niet het idee op dat het leven een gecreëerde vorm is, die we zelf in gang hebben gezet. We ervaren alles om ons heen als echt en daar is tijd een onderdeel van is de gedachte. In een van de vorige blogs over tijd heb ik geponeerd dat tijdsprocessen een energievorm is, aangestuurd door het Hogere, om de evolutie, de ontwikkeling van de mensheid in dit universum mogelijk te maken. Goddelijke energie is overal en altijd, al herkennen wij dat niet. Het is de drijvende kracht die zorgt dat alles kan bestaan. Maar als dat zo is en het is tevens verbonden met de eigen creatie van het leven, is het dan een illusie en is tijd het dan ook?

Wat het begrip van het leven inhoudt heeft door de lage schaal van geestelijke bewustzijn, als toestand van de ziel, meestal geen inhoudelijk betekenis. We zijn weliswaar gewend geraakt aan veel verstandelijke concepten maar voordat er van een diepgaand persoonlijk onderzoek op een ander niveau sprake is, moet er meer gebeuren. Ons bestaan is op onze eigen merites afgestemd en we denken dat alles tot ons is gekomen door eigen inspanning en verdienste. In zekere zin is dat ook zo omdat wij, op het niveau van zielsbewustzijn, deze mogelijkheid van de Goddelijke Leiding gekregen en gegrepen hebben, maar toch niet in staat zijn om deze fase van ons bestaan tot een goed einde te brengen. Daarvoor is in de evolutie een nieuwe vorm van bestaan ingericht zodat het doormodderen niet eindeloos hoeft te duren. Het heeft trouwens ook zelfs alle schijn van dat er naar menselijke maatstaven geen krachtige oplossingen meer te bedenken zijn om de aanstormende chaos het hoofd te bieden. Het menselijk bestaan met al zijn materiele verlokkingen nodigt daar ook niet toe uit. De dwang tot volgen en consumeren is ons in het hoofd geslagen waardoor het levensgeluk op aarde gevonden moet worden. Deze denkprocessen kunnen nooit tot inhoudelijke oplossingen leiden. Zolang wij ons bewustzijn in onze hersen projecteren en ons denken tot de bepalende factor van ons bestaan maken, is van geestelijk notie geen sprake. Is dat een doemscenario zult u zeggen? Nee dat niet, maar ons bewustzijn is zo gericht op het fysieke bestaan, dat wij daaralles aan hebben opgehangen.

Waarom bestaat onze werkelijkheid dan niet echt? Daarvoor moeten we wederom naar de kwantummechanica. Deze tak van wetenschap is immers het verst gekomen om door middel van wiskunde, testen, filosoferen en beschouwen enigszins door te hebben dat wij onze wereld zelf creëren. Maar als we ons dat niet beseffen en denken dat het onze gecreëerde wereld de enige werkelijkheid is, hebben we niets gewonnen. De kwantummechanica die de natuureigenschappen onderzocht, kwam er als eerste achter dat er aan ons wereldbeeld iets niet klopte, nl. dat er achter de vermeende objectieve wereld een heel andere werkelijkheid schuilging. Het meest opzienbarende was dat, alweer honderd jaar geleden, wetenschappers concludeerde (het Kopenhagen principe) dat wijzelf die werkelijkheid ensceneren. Net Zoals Niels Bohr, die een van de rapportopstellers was, bedacht dat het geen verschil maakt of je de paden van lichtdeeltjes beschrijft en daarna test of dat je het andersom doet. Wij zijn niet in staat onze inmenging afzijdig te houden, m.a.w. de natuur weet niet alleen of wij van plan zijn om te gaan beoordelen, maar ook wanneer we dat van plan zijn. Dat is niet alleen opmerkelijk, het houdt tevens in dat er een intelligente interactie bestaat tussen waarnemen en het waargenomene. Nog opmerkelijker is dat men dat al duizenden jaren geleden al wist. Diegene die deze inzichten en wijsheden opschreef was Patanjali in de Yogasoetra’s. Hij gaf toen al aan dat het zichtbare vergaat wanneer het zijn doel bereikt heeft, maar het vergaat niet omdat het nog door anderen waargenomen wordt. Deze rishi zag al duidelijk dat er een interactie werkzaam is tussen wie wij zijn en de creatie van onze waarneming, die door de mensheid als geheel wordt gerealiseerd. Er bestaat dus helemaal geen absolute werkelijkheid die wij denken aan te treffen als wij op aarde verschijnen. Het is dus een interactie tussen bewustzijn, energieniveaus en materie die een schijnwerkelijkheid oplevert en die wij als ‘echt’ ervaren met onze zintuigen en creëren het met ons denkvermogen, die daar volledig aan meewerkt. Het is, en dat maakt de kwammechanica duidelijk, dat er een interactief systeem bestaat waarin bewustzijn een hoofdrol speelt in de subjectieve betekenis en gegeven van het bestaan.

Nu terug naar de tijd. Als het leven een illusie is wat is dan tijd? Hoe pathologisch wordt tijd aan ons voorgesteld? Alleen opmerken dat tijd relatief is en dus een subjectief ervaren verondersteld, daar komen we er niet mee. In de consensusrealiteit zoals we het alledaagse noemen, wordt alles wat we waarnemen in een overkoepelend systeem gebracht, maar daarom is dat nog niet de realiteit. In de natuurkunde is men gewend om in termen van de thermodynamische pijl te spreken en dan het verband te leggen met de energetische aspecten die zich voordoen als we tijd als een lineair concept zien. Maar de echtheid wordt daar niet in twijfel getrokken. Toch zijn er onevenwichtigheden op te merken, zoals de wetenschapper dat noemt. Lee Smolin, die zich met dit fenomeen bezighield onderschreef dat tijd weliswaar een integraal onderdeel van het heelal is, maar de grens waarin gebeurtenissen waargenomen of worden gemeten om een definitieve uitkomst te verkrijgen en gebeurtenissen waarvan de uitkomst niet is vastgesteld, geen exacte kennis opleveren, al wordt dat tot de beste manier gerekend om tijd te definiëren. Smolin stelde dat er een kwantumwereld en een klassieke wereld is. De grens daartussen is de plek waarin de dingen definitief worden, zoals dat er onbepaalde gebeurtenissen zijn die op een zeker moment definitief worden. Dat lijkt wel het moment van nu. Helder toch?

Wij gaan in feite van het ene nu-moment naar het andere nu-moment. We gaan niet door de tijd van verleden naar het heden en naar de toekomst. Alleen in de kloktijd, wat niet meer is dan een handig verzinsel en ook zo is omdat onze analytische linkerhersenhelft daar een collectieve oplossing voor vond. Niet meer dan een aspect, belangrijk gemaakt in het bestaan, van onze geboorte tot onze dood, voorgeprogrammeerd van generatie op generatie. Maar het is evenwel niet makkelijk voor te stellen dat het een abstractie is van de geest en een vormgeving van het verstand om dat alles hanteerbaar en logisch te maken. Is het daarmee echt? Natuurlijk het kan worden gekend en bevestigd door onze analytische kant van ons brein maar onze rechterkant van datzelfde brein, dat onze gevoelens registreert, zegt iets anders. Verleden is geen tijd; het is herinnering aan een heugelijk of pijnlijk moment. Toekomst bestaat evenmin omdat het niet gekend kan worden en creëert alleen de noodzaak om ons denkproces van het nu af te leiden en allerlei constructies te bedenken.

Alles wat bestaat voor een mens op aarde is het nu. In het nu kunnen we alles bereiken of realiseren, niet op een ander moment. Nu kunnen we alles voelen, ervaren, lessen leren of een karma doormaken. Pas als we bewust zijn van het nu kunnen we ook contact maken met onze Hogere Zelf voor de nodige begeleiding en inspiratie met betrekking tot het verdere verloop van ons leven. Steeds meer mensen ontwikkelen een ontvankelijkheid van hun rechterhersenhelft om beter intuïtieve instructies te ontvangen die van hun eigen Bron en Ziel afkomen. Het afstemmen op je verstand levert alleen maar verspilling op van nu-momenten. De ontwikkeling als bewust persoon speelt zich af in het nu-moment, niet in de toekomst. Dat geldt evenzeer voor de planeet, de voorbijgegane tijdframes met een lagere trillingsfrequentie staan niet meer in verband met het huidige moment. De evolutie gaat door, de frequentie van energetische krachten in het nu-moment stijgt met als doel om een hoger bewustzijn te creëren; het oude voldoet niet meer. Dat is proces van doorgaande tijd, waarvan als wij denken dat het in het verleden lag of in de toekomst ligt het een misvatting is. Door alle dimensies van alle universums heen bestaat geen tijd. Dat is de illusie. Alles gebeurt in het nu, tegelijkertijd. Alles wat je in dit leven doet, beïnvloedt ook al je andere levens door de samenhang van alles wat is. De Transformatie of wat ook wel de Transmutationele Verschuiving genoemd wordt, is al aan de gang. Niet als een toekomstperspectief, maar als een doorlopende evolutie in het nu.

 

Blog 26 (26-04-2022)

 

Tijd als een beperkt begrip van eenheid (tijd, deel 8)

Wanneer begon tijd? Als we de oorsprong van het universum in een tijdsmoment willen vatten, komen we niet onder de relativiteitstheorie uit. Deze koppelt ruimte en tijd immers aan elkaar waardoor een beoordelingscriterium gevormd wordt. Je kunt het belangrijk vinden of niet, maar je kunt het nu eenmaal niet zonder tijd stellen als we het universum een begrijpelijke samenhang willen geven. De oerknal of het ontstaan van het universum begon niet op een opzichzelfstaand moment en daarom is in de hedendaagse opvatting tijd gelijktijdig ontstaan. Het kostte dus tijd, maar was er een tijdstip? Als er al tijd was voor de oerknal dan moeten we de oorzaak van het ontstaan van tijd in eerste instantie beschrijven op een fysische manier, omdat het anders abstract blijft. Want wanneer begon tijd nu echt? De natuurkundige Paul Davies constateert dat het lijkt of wetenschappers een sluw woordspelletje toepassen om de exacte ontbrekende schakel te verhullen. Kosmologen kunnen wel suggereren dat er een exact antwoord is, maar die is er niet. Toch moet toch iets aan de oerknal vooraf zijn gegaan; tijd kan niet zomaar zijn ontstaan. Augustines die in de 5e eeuw er ook over na dacht, had het gemakkelijk. Zijn oordeel luidde dat God het universum schiep met de tijd en niet in de tijd. Daarmee is God een wezen buiten tijd die over de macht beschikt om tijd in te stellen op het moment van de creatie van het universum. Augustines ontliep zo de discussie die de hedendaagse wetenschappers, zonder een god-implementering, tot dit dilemma dwingt. Indien het universum ‘in de tijd’ ontstond dan kan dat niet veroorzaakt zijn door een fysisch proces dat een oorzakelijke kans maakt, omdat als het zo was, de gebeurtenis van het ontstaan van tijd al eerder zou hebben plaatsgevonden. Maar het probleem verdwijnt als het universum ‘met de tijd’ ontstond, zo stelt Davies. Maar welke aansturing zorgde daar dan voor? Dat Augustinus ondanks zijn andere benadering het zo formuleerde dat het heden ten dage nog voor geldig wordt aangezien, is nu nog hooguit een bijkomstig gegeven. De relativiteitstheorie stuurt door middel van wiskunde aan op een gedetailleerde manier waardoor ruimte en tijd een onderdeel van de fysica is, maar niet aangeeft wat de betekenis van dit alles is in een ‘natuurlijk’ speelveld met de bijbehorende antwoorden.

Vervolgens is er een enorme sprong in het diepe nodig om te veronderstellen dat de relativiteit, op de schaal van ons zonnestelsel er glansrijk uitkomt, vooral ook omdat als wij ons universum tot een pingpongbal laten inkrimpen met dezelfde theorie, misschien wel is in te passen, maar het geen realistisch beeld oplevert. Dat kun je misschien wel met de gedetailleerde toestand van de kwantummechanica, maar dan wordt tijd zo slecht gedefinieerd dat we zelfs tijd kunnen kwijtraken. In het dagelijkse leven is ruimte de ruimte en tijd de tijd. Ondanks dat ze in de natuurkunde beide bijna hetzelfde, n.l. essentiële onderdelen van de samengevoegde ruimtetijd en zijn beide identiteiten in de kwantumnatuurkunde vaag. Ruimte gedraagt zich in intervallen van tijd en tijd als intervallen van ruimte, dus ruimte wordt tijdachtig zou je kunnen zeggen en is tijd ruimteachtig.

Dan even iets anders, hoewel het ermee te maken heeft. Wij leren op school dat er 3 dimensies zijn: lengte, breedte en hoogte. Dat tijd de 4e dimensie is, wordt (nog) niet tot de leerstof van het basisonderwijs gerekend. Hooguit in de natuurkunde les, een traject hoger, wordt hier aandacht aan besteed. Dat er zelfs negen dimensies zijn wordt niet van een realistische betekenis in de fysieke arena van ons bestaan gerekend, ondanks dat de wetenschap er in sommige visies wel melding van maakt. Al deze dimensies maken een onderscheid waaruit ons bestaan, materieel en geestelijk, is opgebouwd. Echter zolang je dat niet met een instrument kunt meten is het geen serieuze aangelegenheid, zo lijkt de boodschap. Behalve de grootte van vorm, is het evenwel ook van belang tijd en de aard van de andere dimensies te beschrijven. Om dan alleen het grofstoffelijke op te nemen en het fijnstoffelijke, de geestelijke kant achterwege te laten, is in het onderzoek naar de werking van het universum een misrekening. Het kan immers ook een bewustzijnsniveau beschrijven, allerhande bepaaldheden of de energetische waarde van zijn, waar tenminste de laatste twee van de negen dimensies over gaan. Belangrijk voor de energiekrachten in ons stelsel, zoals ook tijd, de vierde dimensie, er een is. Het maakt daarmee zichtbaar dat tijd in de menselijke waarneming van alledag, waarin het verstrijken van tijd beleefd wordt, over een ervaring gaat, een realisatie van een doelstelling, een gebeurtenis of waarin een emotie zich voltrekt. We moeten ons realiseren dat tijd in de menselijke optiek een absurde dimensie betreft. Er kan immers niets bestaan op een enkel tijdstip als er puur stilstand is. Want als we een waarde van tijd op nul zetten zal de uitkomst altijd nul bedragen. Om tot een manifestatie van een subjectieve ervaring te komen, is het verstrijken van tijd en de interactie met energie noodzakelijk. Op een enkel moment gebeurt er dus niets, zelfs niet in het verstandelijk denken dat in een stilstaand moment geen mogelijkheid ziet om te reageren. Om er een natuurkundige rekeneenheid aan te geven bedacht Piero Caldirola de chronon theorie. Daarmee beschreef hij het kleinst mogelijk tijdsinterval en suggereerde dat tijd weliswaar niet continu is, maar wel in een kleinst mogelijke eenheid kan bestaan. Bij de berekening gebruikte hij de Plancktijd die een halve eeuw eerder door een andere natuurkundige bedacht was. De Plancktijd is daarmee een standaard geworden om de kleinst mogelijke interval, de chronon oftewel tijd die verstrijkt om de kleinst mogelijke afstand in de ruimte te overbruggen. Dit komt overeen met 6.27 x 10 tot de -24ste macht per seconde. Dat is pas een minuscuul moment!

Waarom is dat interessant? Dat is omdat er tussen de verschillende tijdsmomenten ogenblikken zitten die 'gevangen' zijn in de tijd. Wij zien alles aan elkaar geplakt, als een continu beeld. In feite is dit gelijk aan wat er in een film gebeurt. Stilstaande plaatjes volgen elkaar in een bepaald tempo op zodat er een totaalbeleving ontstaat. De vraag luidt of er iets valt waar te nemen op die minuscule momenten van tijd. Onze ogen en de delen van ons brein die dat zou moeten registreren, kunnen dat niet. De realiteit van het ene interval wat we met onze zintuigen wel kunnen registreren is van een geheel andere orde dan de realiteit van de tijdsintervallen die buiten onze zintuigelijke waarneming valt. Er vindt weliswaar iets plaats in dezelfde ruimte, maar met een andere waarde in de structuur van ruimte en tijd. In theorie is het mogelijk dat wij in deze structuur een spleet in de tijd ontdekken die ons zicht geeft op andere werelden. Dat kan best vaak aan de orde zijn, vaker dan we denken, omdat alle waarnemingen van subjectieve aard in ons dagelijkse bestaan daarmee vermengd kunnen worden, wellicht ook door allerlei psychologische omstandigheden. Wat we eigenlijk als een storing in ons denkbewustzijn ervaren is uiteindelijk een verschuiving in de structuur van ruimte en tijd. Dat levert een soort realiteit op die in feite als een bevreemding kan overkomen, maar die we als een uitbreiding van de ruimtetijd kunnen beschouwen en tot een besef van andere realiteiten kan leiden, zonder dat wij ze feitelijk waarnemen, omdat ons brein zoals gezegd daarvoor te beperkt is. Zijn dat wellicht doorkijkjes in een ander universum? We kunnen dat niet uitsluiten. Dat geeft zelfs de mogelijkheid te veronderstellen dat er leven op planeten plaatsvindt terwijl wij dat niet opmerken en er dus een levenloze betekenis aan geven.

Is het noodzakelijk om wetenschap, met name de natuurkunde, steeds maar weer in deze blogs te belichten? Naar mijn mening is de wetenschap een onontbeerlijke schakel en is een belangrijke inbreng om het verhaal van tijd te vertellen. Toch is dat verhaal tweeledig, in de eerste plaats omdat deze wetenschap nauw betrokken is bij de vraag waarom alles zo is zoals het is, maar aan de andere kant veronderstellingen doet die een hogere macht volledig uitsluit. De vragen die er in ons tijdsgewricht rijzen ten aanzien van ontstaan en begrip van de kosmos voorzien niet in de inbreng van een hogere macht. Deze uitsluiting was en is uiteindelijk gebaseerd op de misvatting dat een evenwichtig systeem door het Goddelijke aangestuurd, onmogelijk tot een coherentie van alles wat bestaat kon zorgen. De verwoede pogingen om een objectieve notie te bewerkstelligen wat in feite tot de kern van de wetenschap behoort, heeft door allerlei misvattingen hooguit een vaag besef van een mogelijkheid opgeleverd, omdat wij in de overschatting van onze verstandelijke vermogens doorgeschoten zijn. De mensheid is kennelijk niet in staat om bij de onmogelijkheid van interpretatie een oplossing open te houden. Er moet tenslotte rendement van de soms onnodige onderzoeken en studies komen. Veel van wat in het verre verleden al bekend was, worden in de laatste decennia ’s pas door de wetenschap bevestigd. Evenwel wordt de hand van God bijna vanzelfsprekend uit de fysische opties geëlimineerd. Maar de tijden keren. Langzaam dringt het tot ons door dat de vele raadsels die ons omgeven alleen te verklaren zijn als we bereid zijn inzichten toe te laten die een intrinsiek vermogen die wij allemaal bezitten, erkennen. Daarvoor is geen religieuze doctrine nodig. Die heeft tenslotte al eeuwenlang voor een dwaalspoor en misleiding gezorgd. Belangrijk is dan wel dat we ons losmaken van de illusie van het leven en dat we op zielsniveau een relatie aangaan en onderhouden met het Goddelijk deel in onszelf, de wezenlijke bron van ons bestaan. De illusie van het leven maskeert bijgevolg ook de illusie van tijd.

 

 

Blog 25 (17-03-2022)

 

Eindtijd of een nieuwe tijd? (Tijd deel 7)

Even was het een mooie tijd in Europa na de laatste wereldoorlog, een tijd zonder echte onevenwichtigheden, afgezien van de goed afgelopen koude oorlog, die steeds minder te betekenen had. Nu zijn we allemaal een illusie armer omdat vrede toch veel brozer blijkt dan we dachten en internationale afspraken over handel, veiligheid en onafhankelijkheid geen rem is op de dringende behoefte van een enkeling om met een oorlog de verhoudingen te willen corrigeren. Is er sprake van een komende eindtijd nu vanalles in de soep dreigt te lopen? Of een nieuw tijdperk, waarin veiligheid belangrijker wordt dan materiële en economische kwesties? Er gaat steeds meer een stemming rond die het gevoel oproept van een soort apocalyptisch verschijnsel. De gebeurtenissen van het afgelopen decennium geven daar misschien wel aanleiding voor. Nog vers in het geheugen liggen de Midden-Oosten crisis, de kortgeleden pandemie en nu de oorlog in Ukraine. Komt er een kernoorlog op ons af nu de MAD (Mutually Assured Destruction), afschrikking als verdediging, wellicht niet meer toereikend is? Het lijkt wel of de snelheid plus de chaos waarmee de wereldgebeurtenissen zich voltrekken meer en meer toenemen en steeds desastreuzere vormen aannemen. Is dat gevoel gerechtvaardigd? Is wellicht de steeds vaker genoemde eindtijd een realistische voorstelling? Of zien we dat uitsluitend als onoverkomelijk verschijnsel in de verte omdat we dat relateren aan een omstandigheid wanneer een of meer natuurkundige wetten ophouden te bestaan.

Eindtijd is een begrip dat we allemaal kennen, omdat het in ons leeft als een indruk dat het op een zeker moment een omslag teweeg brengt die niet te stuiten is. Wellicht speelt het ingeboren besef dat ons eigen leven eindig is daarbij een grote rol. Daar denken we niet graag aan, maar het leeft wel in ons. Het is immers een gevoel van alle tijden. Als je in een treinwagon gewurmd werd op weg naar een concentratiekamp met als dieper besef een vernietiging van je mensbeeld, dan kun je dat inderdaad als een persoonlijke opvatting van een Apocalyps zien. Maar dat de eindigheid, de totale vernietiging van ons bestaan, onze aarde en misschien ook wel ons universum kan overkomen, is geen veronderstelling die ons regelmatig parten speelt. Toch is het gevoel wat zo sterk in ons leeft opmerkelijk, want er is buiten de chaos die we zelf op deze aarde veroorzaken, in onze beleving niets dat daarop aanstuurt. Er zijn oppervlakkig gezien geen kosmologische voortekenen die daarop wijzen (zie Blog 21 over Tijdperken) Rampen op aarde bestaan wel maar hebben geen importantie om de angst voor een totale ondergang te activeren. Het heeft de mensheid weliswaar al lange tijd beziggehouden getuige de verschillende veronderstellingen van dien aard. Je kunt ze binnen een religie nog aanzien voor angstzaaien om met de knoet gehoorzaamheid en trouw aan het geloof in te wrijven. Een van de meest krachtigste voorspellingen die eeuwenlang voor onrust, met name voor de christelijke gelovigen, heeft gezorgd, is de Openbaring van Johannes; een verschrikkelijke voorspelling die maar weinig uitzicht op verlossing biedt, wat je toch wel van het laatste hoofdstuk van de Bijbel zou verwachten. Maar ook in geschriften van veel andere godsdiensten, zoals de Koran of de Bhagavad Gita laten dergelijke beschouwingen zien. Waren de personen, die namens Johannes of anderen dit opschreven wel bij machte dit verstrekkend beeld te beoordelen, zeker als het de verre toekomst aanging? Laat staan de vertalers die eeuwen later een juiste toon, interpretatie of impressie wilden weergeven over wat de mensheid te wachten stond. In een huidige opinie zou het niet meer als een tijdsdocument zijn aan te merken, die een omschrijving weergeeft over een gevoel van ondergang van de mensheid, die bewust van het tijdelijke, het onvermijdelijke suggereert. Toch zijn deze verklaringen onvoldoende om de ‘onlustgevoelens’ van een dergelijk gedoemd vooruitzicht in te tomen. Steeds duiken ze weer op en hooguit is het wat geruststellend dat geen van die aanspraken uit het verleden is uitgekomen. Maar er blijft een gevoel van ondergang knagen, die misschien in de dagelijkse voortgang van zaken niet direct herleidbaar zijn, of toch?

Om enkele te noemen, er zou een reusachtige meteoriet op de aarde kunnen in slaan die de aarde uit haar baan brengt. Of de zon, tot op heden een stabiliteit van kernfusie, komt door onvoorziene omstandigheden tot een einde en de chemische of mistige reacties zorgen voor een afnemende invloed van licht, wat voor de aarde en de fysiologische omstandigheden funest blijken te zijn. Dit zijn dan rampen die van buiten de aarde op ons afkomen, maar staan vermoedelijk niet in verhouding tot wat wij onszelf aandoen en al aangedaan hebben. De overschatting waarmee de mens zijn hegemonie steeds weer bevestigd wil zien en de middelen waarmee wij ons bedienen omdat te bewerkstelligen zijn desastreus, oorlogsvoering met gifgassen, nucleaire vergiftigingen, medisch geknoei, uitputting van aarde door gebruik van foute grondstoffen door landbouw en industrie, verzaking van moraal en geklooi vanwege geldelijk gewin, enfin, er zit in feite nergens een rem op.

Veranderingen in de sferen van de planeet zelf zijn onmiskenbaar. Voor de meeste mensen nauwelijks op te merken of het deert niet. Zelfs de opwarming van de aarde is voor de mensheid geen werkelijk issue, al merkt men aan den lijve al redelijk vaak de gevolgen, die weliswaar van contingent tot contingent verschillen. Waarschuwingen in het Rapport van Rome gevat, alweer 50 jaar geleden, toonde aan dat de aarde een beperkt ‘absorptievermogen’ heeft en er grenzen zijn aan de manier waarop de mensheid daar aanspraak op kan maken, maar het heeft niet tot een veranderend inzicht geleid. Dat er grenzen zijn aan onze behoeftes om te consumeren en de vrije markt die daarop met hart en ziel daarop inspeelt, gericht om de conjunctuur en profijt tot grote hoogte te laten stijgen, heeft het aankomend failliet van het neoliberalisme aangetoond, maar de reactie daarop is niet meer dan een kleine poging tot verbetering van leefmilieu. Groene groei bestaat niet wordt er geroepen, maar welke ingreep dan wel? Zijn de grijpgrage vingers van de mensheid af te remmen en wat moet er gebeuren totdat de onbedaarlijke behoefte aan groei tot stilstand komt. De aarde baadt immers nog steeds in de volle glorie van het zonlicht, alles groeit en bloeit, zodat de constante aanslagen die wij plegen, misschien niet zo opvallen, maar er wel degelijk zijn. Enkele aperte voorbeelden zijn o.a. de verandering van de weerkaatsing van het zonlicht. (de Bond Albedo), opgemerkt door de NASA. Een gevolg daarvan is meer aantoonbare energieabsorptie van de aarde, kennelijk nodig om het levenssysteem overeind te houden. Een andere is dat het nachtelijk universum steeds lichter wordt (geconstateerd door OIRlab, Tucson). Of dat de aarde steeds sneller draait wat meer energie kost. (National Institute of Standards and Technology). Weer een andere is de extreme opwarming van de Poolkappen waar vermoedelijk het proces, wat annihilatie wordt genoemd voor verantwoordelijk is (Anita, Antarctic Impulsieve Transient Antenna).

Als je deze zaken tot je laat komen is het dubieus om de voorspellingen die in het verleden op ons af zijn gekomen als onzin af te doen. Het noodzakelijk veranderende inzicht zal vooral in het feit zitten dat we onszelf en onze medemens met zijn vernietigende behoeften als onbeheerste krachten gaan beschouwen. Negeren we dat, dan zal het negatief scenario zich zo aan ons opdringen dat het een gerechtvaardigde gedachte lijkt dat de ondergang die al gaande is, ook niet meer te stoppen is. In ons denken ervaren we processen waarin de dagelijkse pijnlijke gebeurtenissen zich aaneenrijgen tot langdurige kwesties die maar doorgaan tot het een doemscenario wordt. Dat kunnen de tekenen des tijds zijn zoals ze ook wel genoemd worden. Opmerkelijk omdat ze zich op zoveel fronten tegelijk aandienen en in ernst steeds onrustbarender worden. De reden daarvan is tweeledig, n.l. elke ziel voelt aan dat menselijk handelen cruciaal is voor wat de toekomst betreft en dat de grip op het bestaan steeds chaotischer, onbeheersbaarder wordt, zodat de huidige tijd een voorspel vormt van een ophanden zijnde verandering.  

Dat er een totale omwenteling zou kunnen plaatsvinden wordt, zoals gezegd, niet als reëel geacht. Dat ondergang van het ene, een begin van een andere bestaansvorm zou kunnen inluiden, wordt niet als een optie gezien die de mensheid vooruit zou kunnen helpen. Ondanks al deze bovenstaande voorstellingen is aan ieder einde tenslotte ook altijd een nieuw begin ontstaan en daarom kan iedere verandering nooit een ondergang zijn. Dat is geen natuurwet maar een wet die daar ver boven staat. Zoals tijd de evolutie aanstuurt is de beweging van komen en gaan van dezelfde orde. Het is echter van een geheel andere aard dan wij denken wat een eindtijd gaat inhouden. Eindtijd is daarom geen invulling van beelden die ons worden voorgeschoteld door religies, sekten of andere leerstellingen. De verandering, die er zeker komt, is een volgende stap met andere bewustzijnsprocessen die de mensheid gaat meemaken. Daarom kunnen we de eindtijd beter een transformatie noemen, een overgang naar een ander tijdperk. De verandering die ons zal treffen is niet zozeer het persoonlijke leven, maar betreft vooral de gehele mensheid, de aarde en ons universum, het hele systeem. Het is er een die een verandering in totaliteit zal bewerkstelligen, met andere woorden, het geeft de mensheid nieuwe kansen om ons leven op een andere manier in te richten, een nieuw systeem waar we sterker dan nu, bewust zijn van ons aandeel in het Goddelijke bestaan. De geestelijke wetten in plaats van de onstabiele natuurwetten zullen gaan bepalen hoe we daarmee omgaan en hoe ons nieuwe leven vorm krijgt. Het heeft dus geen zin om bang te zijn voor wat de overgang gaat inhouden. Ons spirituele bewustzijn zal ons verder leiden en er is dus geen sprake van enige vernietiging van onze geestelijke staat van bewustzijn. Wel is alles wat we in materiele zin gaan verliezen een enorme vijand in ons denken. Want alles wat angst inhoudt zorgt ook voor het feit dat we het niet begrijpen wat er gebeurt. Verlies is in dit geval dus louterend voor de ziel, omdat de toekomst uitzicht op een andere evolutie voor de mensheid levert. Ons denken, die nu zich voornamelijk op een materiele manier voltrekt, is niet in staat deze toekomst waar te nemen. De ontwikkeling van de oorspronkelijk Goddelijke eigenschappen brengt ons in een betere samenwerking met onszelf, onze medemens en de natuur. Maar bovenal brengt het een hernieuwde kracht om een relatie aan te gaan met het Goddelijke deel in onszelf en een volgende stap in de geestelijke staat van zijn,van ons aller bestaan.